een kwalitatieve zorgrelatie bieden

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
project algemene vakkenSecundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Als ik je vraag naar mij te luisteren
en jij begint mij adviezen te geven
dan doe je niet wat ik je vraag.
Als ik je vraag naar mij te luisteren
en jij begint mij te vertellen waarom
ik iets niet zo moet voelen als ik het voel,
dan neem je mijn gevoelens niet serieus.
Als ik je vraag naar mij te luisteren
en jij denkt dat je iets moet doen om
mijn problemen op te lossen,
dan laat je mij in de steek,
hoe vreemd dat ook mag lijken
Dus, alsjeblieft, luister alleen maar naar
me en probeer me te begrijpen.
En als je wilt praten, wacht dan even en
ik beloof je dat ik op mijn beurt naar jou
zal luisteren.

Leo Buscaglia





Slide 3 - Tekstslide

De zinvolle zorgverlener
De zorgverlener heeft een zorgrelatie met de cliënt:
  • zowel taakgericht als procesgericht

Slide 4 - Tekstslide

  • Kennis hebben van professioneel handelen, beroepsspecifieke vaardigheden
  • investeren in verbinding: grondhouding en gesprekstechnieken

Doel: kwalitatieve dienstverlening aanbieden waarin zowel de zorgverlener als de zorgvrager zich goed voelen.

Slide 5 - Tekstslide

actief luisteren

Slide 6 - Woordweb

actief luisteren
  1. Jezelf open stellen: tussenwoorden gebruiken (aha, hummen), de ander niet onderbreken, oogcontact maken, dichter bij de cliënt gaan zitten
  2. Trachten om te begrijpen hoe de cliënt zich voelt
  3. Vragen stellen: doel = een beter begrip, de cliënt het gevoel geven dat hij gehoord wordt, iemand stimuleren om na te denken
  4. Herhalen: in jouw eigen woorden, bedoel je dat...? Als ik jou goed begrijp...

Slide 7 - Tekstslide

De grondhouding van een zorgverlener
Weet je wat zo erg is? Het bed. Ik ben gebonden aan dit bed. 2 meter bij 80, dat is mijn terrein. Bij uitbreiding is mijn terrein zo ver als mijn armen kunnen reiken. Mijn wereldje is zo klein geworden, dat zich daarbinnen vreemde reacties voordoen. Als de zorgkundige mijn roltafeltje verplaatst en niet terugzet, ontstaat er paniek bij mij. Ik ben dan mijn contouren kwijt.

Beeld je in dat je ziek bent en daardoor zorgafhankelijk. Op welke manier wil jij benaderd worden door de zorgkundige?

Slide 8 - Tekstslide

de grondhouding van een zorgverlener

  • respect
  • aangaan van een werk/vertrouwensrelatie
  • de cliënt aanvaarden in zijn eigenheid
  • echtheid 
  • empathie

Slide 9 - Tekstslide

stellingen
akkoord of niet-akkoord

Slide 10 - Tekstslide

Ik start mijn dag met een douche en zorg ervoor dat ik voldoende schone schorten mee heb.

Slide 11 - Tekstslide


Ik start mijn dag met een douche en zorg ervoor dat ik voldoende schone schorten mee heb.

Slide 12 - Tekstslide



Ik bewaar mijn kalmte in een conflictsituatie met een cliënt en blijf beleefd.

Slide 13 - Tekstslide


Ik voer mijn taken correct uit, ook wanneer ik een mindere dag heb.

Slide 14 - Tekstslide


Ik ken mijn cliënten goed en kan inspelen op hun noden en behoeften.

Slide 15 - Tekstslide


Ik kan een warme zorgrelatie aan gaan met mijn cliënt.

Slide 16 - Tekstslide

Dus, alsjeblieft, luister alleen maar naar
me en probeer me te begrijpen...
empathie

Slide 17 - Tekstslide

empathiesympathie

Slide 18 - Tekstslide

  • Omschrijf beide begrippen in jouw eigen woorden aan de hand van de informatie uit het filmpje.
  • Waarin zijn empathie en sympathie verschillend van elkaar? 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Empathie
  • De mogelijkheid om te voelen wat iemand anders voelt 
  • Jezelf verplaatsen in de gevoelens en de situatie van iemand anders 

Slide 21 - Tekstslide

4 componenten
  1. Het nemen van perspectief: kijken door de ogen van iemand anders
  2. Geen oordeel hebben: zonder eigen mening, waarheid of overtuiging naar de ander luisteren
  3. Emotie herkennen en dit ook aangeven: Weten hoe het is om zo verdrietig/boos/in de war te zijn en dit ook benoemen.
  4. Met mensen meevoelen: Waarschijnlijk heb je zelf ook wel eens in een situatie gezeten waarbij het leven tegenzat, hoe voelde dat?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Sympathie
  • medelijden voelen voor iemand anders
  • die andere persoon gelukkig willen zien 
door: 
  1.  een oplossing te willen bieden
  2. het probleem te verkleinen: wijzen op wat er wel mooi is in het leven bvb. ten minste heb je ...

Slide 24 - Tekstslide

inlevingsvermogen
zorgt voor:
  • open communicatie
  • vertrouwen
  • verbinding (band creëren)
  • betere samenwerking

Slide 25 - Tekstslide

Herken jij de empathische reacties?
  • Hoe lang speelt dat al?
  • Kop op! Morgen gaat het vast al wel wat beter!
  • Heb je X al eens geprobeerd?
  • Wat kan ik voor jou doen?
  • Wat een rotdag heb je gehad! Ik snap dat dat heel lastig was!
  • Maak je je daar druk over? Dat is nergens voor nodig!

Slide 26 - Tekstslide

inlevingsvermogen tonen, wat werkt?
  1. laat blijken dat je er voor de cliënt bent:  "wat is er met jou aan de hand? Je weet dat je dat mij mag vertellen!"
  2. Stel open vragen: wat deed dat toen met jou? Wat gebeurde er toen?
  3. Vraag waar de cliënt nood aan heeft: "Wat kan ik voor jou doen?"
  4. Erken de gevoelens van een ander: "Ik zie dat het je raakt", "Ik snap dat je er nu doorheen zit"
  5. Reflecteer en vat samen: "je voelt je dus..... omdat .....", "Je hebt er dus al x maanden last van, amai, dat is zwaar!"

Slide 27 - Tekstslide

Hoe reageer jij? Oefeningen
Een cliënt vertelt jou dat ze haar man zaliger ontmoette op de kermis. Hij keek haar aan, knipoogde en kwam op haar af met een brede glimlach. Ze vond hem een knappe man en was meteen verkocht door zijn stralende lach. Ze had nooit gedacht dat hij haar uit zou kiezen!

  • Welk gevoel herken je in dit verhaal?
  • Hoe zou jij reageren (actief luisteren)


Slide 28 - Tekstslide

Wauw, wat een mooi verhaal! Je was vast blij toen hij op jou af kwam? Wat hebben jullie nog gedaan die avond?

Slide 29 - Tekstslide

Arthur (77 jaar) werkt graag in de tuin. Hij heeft net aardappelen gerooid wanneer jij toe komt. Hij vertelt aan jou dat ook zijn boontjes het goed doen. De tuin staat er mooi bij, vindt hij.

  • Welk gevoel herken je in dit verhaal?
  • Hoe zou jij reageren?

Slide 30 - Tekstslide

  • Je haalt daar precies energie uit, uit tuinieren! Daar kruipt waarschijnlijk heel wat tijd in?
  • Het werk in de moestuin maakt jou gelukkig he. 

Slide 31 - Tekstslide

Jouw zoon komt thuis van school en zegt dat het tijd wordt dat het vakantie is.

  • Welk gevoel spreekt in dit verhaal?
  • Hoe zou jij reageren?

Slide 32 - Tekstslide

  • Je bent precies moe. Is het daarom dat je naar vakantie verlangt?
  • Heb je het gehad met de opdrachten en toetsen? Je hebt nood aan vrije tijd. 

Slide 33 - Tekstslide

Grensoverschrijdend gedrag

Slide 34 - Tekstslide

Met welke vormen van grensoverschrijdend gedrag kunnen jullie geconfronteerd worden als zorgverlener?

Slide 35 - Open vraag

Bekijk aandachtig het filmpje.

1. Welke emoties herkennen jullie? Maak hierbij onderscheid tussen emoties bij de zorgvrager en emoties bij de zorgverlener.

2.Welke gedrag/handelingen zijn ongepast? Maak hierbij onderscheid tussen acties van de zorgvrager en acties van de zorgverlener.

3. Verbaal en non-verbaal gedrag?

Slide 36 - Tekstslide

emoties
ongepast gedrag
verbaal gedrag
Non-verbaal gedrag
Zorgvrager
zorgverlener

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

emoties
ongepast gedrag
verbaal gedrag
Non-verbaal gedrag
Zorgvrager
zorgverlener

Slide 39 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat we investeren in een vertrouwensband met onze cliënten?

Slide 40 - Open vraag