24-02 grammar chapter 3 KBL1

Grammar Chapter 3
some/any
plurals (meervoud)
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammar Chapter 3
some/any
plurals (meervoud)

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:
- Je kan in het Engels op correcte wijze some en any gebruiken.

- Je kan in het Engels op correcte wijze een meervoudsvorm maken.

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw van deze les:
- Interactieve uitleg some/any
- Interactieve uitleg meervoud
- opdrachten some/any
- opdrachten meervoud
- woordjes leren via slim stampen (bij tijd over)

Slide 3 - Tekstslide

Some/any

Slide 4 - Tekstslide

Some/any
'Some/any' betekenen allebei 'wat of enkele'.

Can I have some water?                                 - Mag ik wat water?
Is there any candy left?                                  - Is er nog wat snoep over?
There are some chocolates left.                - Er zijn enkele chocolaatjes over. 
I don't have any sisters.                                  - Ik heb geen enkele zus.

Slide 5 - Tekstslide

Some
Some gebruik je bij:
- bevestigende zinnen.
I want to tell you something.

- Bij vraagzinnen waarvan je als antwoord 'ja' verwacht of het antwoord al weet.
Would you like something to drink?

Slide 6 - Tekstslide

Any
Any gebruik je bij:
- ontkennende zinnen.
I don't know anything.

- Bij vraagzinnen waarvan je niet weet wat het antwoord gaat zijn.
Is there anything I can do?

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor soort zin?

I didn't watch that show yesterday
A
Bevestigende zin
B
Beleefde vraag
C
Normale vraag
D
Ontkenning

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor soort zin?

Can you give me some help with this?
A
Bevestigende zin
B
Beleefde vraag
C
Normale vraag
D
Ontkenning

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor soort zin?

I went to the cinema yesterday.
A
Bevestigende zin
B
Beleefde vraag
C
Normale vraag
D
Ontkenning

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor soort zin?

Where were you last weekend?
A
Bevestigende zin
B
Beleefde vraag
C
Normale vraag
D
Ontkenning

Slide 11 - Quizvraag

Kort samengevat:
Wanneer gebruik je welke?
voorbeeld
Some
- Bij bevestigende zinnen
- Bij beleefde vragen
I have some cake.

Would you like some cake?
Any
- Bij ontkennende zinnen
- Bij normale vragen
I don't have any pencils.

Do you have any pencils?

Slide 12 - Tekstslide

Meervoud

Slide 13 - Tekstslide

Meervoud
Om in het Engels een meervoudsvorm te maken zet je een -s achter het woord.
1 book - 2 books
1 radio - 2 radios

Let op! GEEN 'S!!!!

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:

phone
A
phone's
B
phones

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:

Stereo
A
stereo's
B
stereos

Slide 16 - Quizvraag

Meervoud
Uitzonderingen:
Als een woord als een -s klank eindigt krijg je in het meervoud -es.

1 kiss           - 2 kisses
1 box           - 2 boxes
1 match     - 2 matches

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:

fox
A
fox's
B
foxs
C
foxes
D
fox'es

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:

glass
A
glass's
B
glasss
C
glasses
D
glass'es

Slide 19 - Quizvraag

Meervoud
Uitzonderingen:
Als een woord op een -y eindigt dan vervang je die in het meervoud door -ies

1 city           - 2 cities
1 baby         - 2 babies


Slide 20 - Tekstslide

Wat is het meervoud van:

hobby
A
hobby's
B
hobbies
C
hobbys
D
hobbie's

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:

party
A
party's
B
parties
C
partys
D
partie's

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten some/any

Slide 23 - Tekstslide

Nog eens kort samengevat:
Wanneer gebruik je welke?
voorbeeld
Some
- Bij bevestigende zinnen
- Bij beleefde vragen
I have some cake.

Would you like some cake?
Any
- Bij ontkennende zinnen
- Bij normale vragen
I don't have any pencils.

Do you have any pencils?

Slide 24 - Tekstslide

I don't have ___ idea what you are talking about
A
some
B
any

Slide 25 - Quizvraag

They have _____ bananas
A
some
B
any

Slide 26 - Quizvraag

Can I have _____ tea please?
A
some
B
any

Slide 27 - Quizvraag

We could do ____ fun games.
A
some
B
any

Slide 28 - Quizvraag

Are there ____ pets at your house?
A
some
B
any

Slide 29 - Quizvraag

Opdrachten meervoud

Slide 30 - Tekstslide

Geef het meervoud van:
tree

Slide 31 - Open vraag

Geef het meervoud van:
car

Slide 32 - Open vraag

Geef het meervoud van:
boy

Slide 33 - Open vraag

Geef het meervoud van:
bus

Slide 34 - Open vraag

Geef het meervoud van:
lady

Slide 35 - Open vraag

Geef het meervoud van:
jacket

Slide 36 - Open vraag

Geef het meervoud van:
city

Slide 37 - Open vraag

Geef het meervoud van:
kiss

Slide 38 - Open vraag

Wat ga je nu doen?
Ga naar de online leeromgeving en ga via slim stampen de woordjes van vocab C leren.

Deze woordjes ga je nodig hebben bij de opdrachten van volgende les.

Slide 39 - Tekstslide