zwakke regelmatige ww + haben en sein

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

zwakke werkwoorden Duits

Wat zijn ook alweer de persoonlijke vnw. in het Nederlands?

Sleepvraag

Er volgt nu een sleepvraag. 

Zorg dat de woorden op de juiste plek komen te staan

ik

jij

hij

wij

jullie

zij

het

zij

u

du

wir

sie

Sie

sie

ihr

es

er

ich

Oefen nu zelf en kijk of je het snapt:
vertaal 'hij speelt'
spielen (= spelen)

1. er spielt
2. er spielst
3. du spielst
4. du spielt

Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?

1. er/sie/es + wir
2. ich + wir
3. er/sie/es + ihr
4. wir + sie/Sie

Vertaal:
jullie kopen
kaufen (= kopen)

1. ihr kauft
2. sie kauft
3. er kauft
4. du kauft

Nog een laatste keer oefenen:
Hoe zeg je 'jij heet Thom'?
heißen (= heten)

1. er heißt Thom
2. du heißst Thom
3. du heißt Thom
4. er heißst Thom

en nu 'jij danst'?

tanzen (= dansen)

1. du tanzest
2. du tanzst
3. du tanzt

Ken je de regels voor het vervoegen van de zwakke werkwoorden?

1. ja, ik ken het helemaal
2. ik ken de uitgangen nog niet goed
3. ik haal de pers. vnw nog door elkaar

Kan je met behulp van de regels de zwakke werkwoorden vervoegen en weet je op welke bijzonderheden je moet letten.

1. Ik ken het ezelsbruggetje en kan het goed toepassen
2. Ik ken het ezelsbruggetje, maar maak nog wel eens een foutje
3. ik weet op welke uitzondering ik moet letten
4. ik weet nog niet op welke uitzondering ik moet letten

Weet je het nog?

de onregelmatige ww "haben und sein"

Ich .... Lehrer. (sein)

1. sind
2. bin
3. seid
4. bist

Ihr .... gut gearbeitet. (haben)

1. habt
2. haben
3. hat
4. hast

Lisa ..... krank (sein)

1. bist
2. sind
3. ist
4. bin

Ihr ... zu spät (sein)

1. seid
2. sind
3. bin
4. bist

Ken je de vervoeging van haben en sein en kan je de juiste vervoeging in de zin bepalen?

1. geen probleem, ik had alles goed
2. haben en sein ken ik nog niet zo goed
3. Ik maak af en toe nog een foutje