KNM 4.4 -4.7 zelfstudie

Gezondheid
4.4 De tandarts, fysiotherapeut en psycholoog

4.5  Een kind krijgen

4.6 Zorg voor ouderen

4.7 De zorgverzekering







1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Gezondheid
4.4 De tandarts, fysiotherapeut en psycholoog

4.5  Een kind krijgen

4.6 Zorg voor ouderen

4.7 De zorgverzekering







Slide 1 - Tekstslide

4.4 De tandarts, fysiotherapeut en psycholoog

  • Kijk naar de film 
  • Lees de tekst op blz. 48

Slide 2 - Tekstslide

4.4 De tandarts, fysiotherapeut en psycholoog

depressief, depressieve 
de fysiotherapeut, de fysiotherapeuten; de fysiotherapie
de psycholoog, de psychologen 
stijf, stijve

Slide 3 - Tekstslide

Heb je voor de tandarts een verwijsbrief van je huisarts nodig?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Heb je voor de fysiotherapeut een verwijsbrief van je huisarts nodig?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Heb je voor de psycholoog een verwijsbrief van je huisarts nodig?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

4.5 Een kind krijgen
lees de tekst op p. 49

Slide 7 - Tekstslide

4.5 Een kind krijgen
Hoe gaat het in jouw land?
Heb je in jouw land ook verloskundigen, gynaecologen, kraamzorg en een consultatiebureau?

verloskundigen- de vrouw is ongeveer 8 weken zwanger.
helpt bij de bevalling.

Als er  problemen tijdens de zwangerschap zijn, ga je dan naar de gynaecoloog

kraamzorg - blijft 8 dagen helpen in huis, je moet dat op tijd regelen.
consultatiebureau- na 4 weken= 1 maand ga je voor het eerst/ ze geven advies voor vaccinaties/ kinderen gaan tot ze 4 jaar zijn.
 




Slide 8 - Tekstslide

Een dokter in het ziekenhuis die helpt bij problemen als je zwanger bent.
A
de kraamhulp
B
de gynaecoloog
C
de oppas
D
de verloskundige

Slide 9 - Quizvraag

Ze komt een week bij je in huis helpen als de baby er is.
A
de kraamhulp
B
de gynaecoloog
C
de oppas
D
de verloskundige

Slide 10 - Quizvraag

Ze helpt bij de bevalling als je baby wordt geboren.
A
de kraamhulp
B
de gynaecoloog
C
de oppas
D
de verloskundige

Slide 11 - Quizvraag

Hier krijgen ouders van kinderen tot 4 jaar advies.
A
de kraamhulp
B
de gynaecoloog
C
het consultatiebureau
D
de verloskundige

Slide 12 - Quizvraag

4.6 Zorg voor ouderen
Thuiszorg - hulp met schoonmaken en boodschappen doen of met douchen en aankleden.
Mantelzorg - familie of buren zorgen voor de ouderen.
Wijkverpleegkundige - maakt een zorgplan met de huisarts.
Soms heb je meer recht op extra geld voor bijvoorbeeld thuiszorg.
Verzorgingshuis of een verpleeghuis - er zijn de hele dag verpleegkundigen aanwezig om voor je te zorgen.
 




Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is mantelzorg?
A
Je jas geven aan iemand die het koud heeft.
B
De was doen.
C
Een verpleegkundige die mensen bezoekt in de wijk.
D
Familie of vrienden zorgen voor iemand die oud of ziek is.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat doet de thuiszorg?
A
helpen met schoonmaken, boodschappen doen, studeren en aankleden
B
helpen met douchen, aankleden, schoonmaken en reizen
C
helpen met schoonmaken, boodschappen doen, douchen en aankleden.

Slide 18 - Quizvraag

Wat staat in een zorgplan?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat moet je allemaal betalen, als je erg ziek bent of geopereerd moet worden?

Slide 22 - Woordweb

4.7 De zorgverzekering
basisverzekering
vergoedt = betaalt
de huisarts, de ambulance, de meeste kosten in het ziekenhuis,
medicijnen.

Het is verplicht voor iedereen.

Slide 23 - Tekstslide

4.7 De zorgverzekering
aanvullende verzekering
 vergoedt = betaalt
extra

Bijvoorbeeld: tandarts, fysiotherapeut of een psycholoog.
Je betaalt elke maand extra geld.

Slide 24 - Tekstslide

4.7 De zorgverzekering
weinig geld - zorgtoeslag
Kinderen betalen geen premie
Binnen 4 maanden na de geboorte aanmelden bij de verzekering, de verzekering betaalt de zorgkosten.
eigen risico - vanaf 18 jaar moet je een deel van de kosten betalen.


Slide 25 - Tekstslide

4.7 De zorgverzekering
declareren - soms moet je eerst zelf betalen, dan vraag je later terug aan de verzekering.

Je vult dan een formulier in en je stuurt een foto of kopie van de rekening naar de verzekeringsmaatschappij.



Slide 26 - Tekstslide

Is een zorgverzekering verplicht?
A
Ja, alle Nederlanders moeten een basisverzekering en de aanvullende verzekering hebben.
B
De basisverzekering is verplicht en de aanvullende verzekering is niet verplicht.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de premie?
A
een vergoeding
B
een eigen bijdrage
C
het eigen risico
D
het geld dat je betaalt voor de verzekering

Slide 28 - Quizvraag

Waar kun je zorgtoeslag aanvragen?

Slide 29 - Open vraag

Moet ik mijn kind aanmelden bij de zorgverzekering?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Waarvoor betaal je geen eigen risico?

Slide 31 - Open vraag

Kan ik het eigen risico zelf kiezen?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Wat is declareren?
A
het geld dat de verzekering je geeft
B
het geld dat je betaalt aan de verzekering
C
zeggen dat je schade hebt
D
geld terugvragen van de verzekeringsmaatschappij

Slide 33 - Quizvraag