maandag 9 maart 8.1 8.2

Deze les:
Laatste uitleg voor de toets !!

(oefen)toets maken - woensdag ermee verder
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
Laatste uitleg voor de toets !!

(oefen)toets maken - woensdag ermee verder

Slide 1 - Tekstslide

Armoede
Er was vroeger veel armoede. uitkeringen bestonden nog niet en de overheid deed niets.

Halverwege de 20e eeuw (rond 1950) werden pas sociale voorzieningen ingevoerd!

Slide 2 - Tekstslide

De verzorgingsstaat
  • Nederland is een verzorgingsstaat 

  • = staat waarin de overheid verantwoordelijk is voor een minimumniveau van bestaanszekerheid van alle burgers.

Slide 3 - Tekstslide

Overheid zorgt sinds toen voor:
- voldoende huisvesting
- goede gezondheidszorg
- onderwijs
- inkomen

Dit moet volgens de overheid allemaal in orde zijn. De overheid garandeert dit dus vanaf toen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat denkje dat er voor nodig was om deze minimum bestaanszekerheid te kunnen garanderen aan burgers?

Slide 5 - Tekstslide

Sociale wetten
-Kinderen werkten en het uurloon was heel laag. Wie niet kon werken had het slecht en had NIKS.
- Het kon niet langer zo doorgaan. De eerste sociale wetten werden gemaakt:

- De armenwet (steun werd gegeven)
- Kinderwetje van Houten (verbood kinderarbeid)
- De arbeidswet (maximaal 8 uur werken per dag)

Slide 6 - Tekstslide

Het aantal wetten groeide...
Rond 1960 was er voor iedereen sociale zekerheid door alle wetten die er waren gekomen.
Ook om het welzijn van mensen te verbeteren werden maatregelen getroffen:
- Kinderbijslag
- maatschappelijk werk
- huursubsidie

Slide 7 - Tekstslide

Noem een voordeel van een verzorgingsstaat

Slide 8 - Open vraag

Noem een nadeel van een verzorgingsstaat

Slide 9 - Open vraag

Taken van de overheid in een verzorgingsstaat:

1 beschermen van burgers tegen verlies van inkomen
2 Zorgen voor welzijnsvoorzieningen
3 streven naar een eerlijke verdeling van inkomen
4 bevorderen van voldoende werkgelegenheid voor iedereen

Slide 10 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Belangrijk onderdeel van de VZS = sociale zekerheid. Iedereen heeft recht op een basisinkomen. Ook werklozen, zieken, ouderen en gehandicapten.

De regelingen voor deze groepen zijn verdeeld in:
- sociale verzekeringen
- en sociale voorzieningen.

Slide 11 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
Een verzekering sluit je vrijwillig af. 
Een sociale verzekering niet. Die is voor IEDEREEN verplicht.

Er zijn 2 soorten:
1: werknemersverzekeringen
2: volksverzekeringen.

Slide 12 - Tekstslide

Werknemersverzekeringen
= voor alle mensen in loondienst

- elke maand betaal je premie. (wordt van je loon afgehouden)
- als je werkloos wordt krijgt een uitkering door de WW
- als je ziek wordt dan wordt je doorbetaald

(dat kan dus omdat je verplicht elke maand premie betaald)

Slide 13 - Tekstslide

Nog niet beter?
Als je na 2 jaar nog niet beter bent dan wordt je arbeidsongeschikt verklaart
Dan val je onder de: wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Hoeveel je uitkering is hangt af van je laatstverdiende loon.
(hoeveel premie je dus hebt betaald)

Slide 14 - Tekstslide

Volksverzekeringen
Gelden voor werkenden én niet werkende mensen. Voor Nederlanders én niet Nederlanders.

Slide 15 - Tekstslide

4 soorten volksverzekeringen:
1: AOW
2: ANW (weduwe)
3: AKW (kinderbijslagwet) (wordt door de overheid betaald)
4 AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten)

De uitkering is voor iedereen even hoog. Je noemt ze daarom ook wel: basisverzekeringen. Ook hiervoor betaal je via je premie die van je loon wordt afgehouden. 

Slide 16 - Tekstslide

Zorgsverzekeringswet
Omdat je elke maand premie betaald voor de Algemene wet bijzonder ziektekosten ben je via de wet verzekerd tegen alle gewone ziektekosten. (medicijnen etc) 

Je kunt ook een uitgebreider pakket nemen en dan betaal je méér premie.
= dus een soort volksverzekering.

Slide 17 - Tekstslide

Bijstand
Als je een te laag inkomen hebt moet je de VZS ervoor zorgen dat je genoeg inkomen hebt. 
Dit noem je : sociale voorzieningen. Wordt betaald uit de belastinginkomsten.

De belangrijkste sociale voorziening die we kennen = de Wet werk en bijstand (wwb) ook wel... de bijstand.

Slide 18 - Tekstslide

De bijstand (wwb)
= voor iedereen die legaal in NL woont en geen andere inkomsten heeft.

Je noemt het ook wel; het vangnet onder het stelsel van de sociale zekerheid. 

als je bijstand krijgt ben je verplicht elk aangeboden werk aan te nemen.

Slide 19 - Tekstslide

Nu maken: (oefen)toets van thema werk
HOE??


Maak de opgaven zelfstandig
We werken totdat de bel gaat.

lever bij mij in. zet je naam erop. Woensdag gaan we verder. 


Slide 20 - Tekstslide

Woensdag verder afmaken in de les: oefentoets!!!!
+ ook bespreken natuurlijk

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk woensdag
Wat af moet zijn van 8.1 = 1 t/m 4, + 13
Wat af moet zijn van 8.2 = 5 t/m 8, 14 en 16

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide