Voeding en dieetleer les 7

Voeding en dieetleer 
Les 7 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voeding en dieetleer 
Les 7 

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma 
Terugblik 
Herhaling lesstof
Aan de slag met LE8 


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les

Slide 3 - Open vraag

Onderwerpen
Voeding 
Eetstoornis
Stofwisseling en diabetes 
Allergie en intolerantie 
cultuurgebonden eetgewoontes



Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de functies van voeding?

Slide 5 - Woordweb

Functies van voeding 
Lichamelijk: groei en herstel, beschermen tegen ziekten en energie
Sociaal: viering, communicatiemiddel, religie en gezelligheid
Geestelijk: ontspanning, emoties 


Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent deficiëntieziekte?
A
te veel vitamines in het lichaam
B
te kort aan vitamines
C
voldoende vitamines in het lichaam

Slide 7 - Quizvraag

Een voorbeeld van een welvaartsziekte is
A
astma
B
copd
C
diabetes
D
ondergewicht

Slide 8 - Quizvraag

Voedingstoffen 
Vetten, koolhydraten en eiwitten = energie 
vitamines en mineralen  = onderhoud

Slide 9 - Tekstslide

Welke eet en voedingsstoornissen zijn er

Slide 10 - Woordweb

Eetstoornissen
Anorexia nervosa = obsessief bezig met afvallen 
Boulimia nervosa = eetbuien met compensatie 
BED = eetbuistoornis 
Orthorexia nervosa = obsessief bezig met gezond eten



Slide 11 - Tekstslide

pica is
A
het eten van eetbare dingen
B
obsessief met eten
C
het eten niet eetbare dingen

Slide 12 - Quizvraag

Ruminatiestoornis is
A
overgeven
B
maagzuur
C
herkauwen
D
uitspugen

Slide 13 - Quizvraag

Metabole is een stofwisselingsziekte
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Stofwisseling is het zelfde als spijsvertering
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Stofwisselingsziekte 
Stofwisseling heeft het lichaam nodig om energie uit de voedingsstoffen te halen
Spijsvertering om het gegeten voedsel te verteren 

Slide 16 - Tekstslide

Bij diabetes type 1 heb je een tekort aan insuline
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Bij diabetes type 2 reageert het lichaam niet meer op insuline
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Hyper is een hoge bloedsuikerspiegel
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Hypo is een lage bloedsuikerspiegel
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Welke allergieën zijn er allemaal

Slide 21 - Woordweb

Soorten allergie 
1. Noten allergie
2. Koemelk allergie
3. Gluten allergie   
4. Vis- en schaaldieren allergie
5. Fruit allergie 
6. Peulvruchten allergie

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een allergie?
Bij een allergie reageert het lichaam op het eiwit 
Bij dit proces komt er histamine vrij = stoffen die de allergische reactie veroorzaakt 
Je lichaam maakt ook antistoffen aan om er tegen te vechten 

Slide 23 - Tekstslide

Welke symptomen ontstaat er bij een allergie?

Slide 24 - Woordweb

Wat is het verschil tussen allergie en intolerantie? 
Bij allergie treedt het immuunsysteem in werking en worden er antistoffen gevormd. Deze zijn terug te vinden in het bloed.

Bij een intolerantie is het lichaam niet in staat om een voedingsmiddel goed te verteren. Daarnaast worden er geen antistoffen gevormd.

Slide 25 - Tekstslide

Cultuurgebonden eetgewoontes 
Christendom
Islam 
Jodendom 
Hindoeïsme 


Slide 26 - Tekstslide

Christendom
- Binnen de christendom mag alles gegeten worden
- vroeger hield men op de vrijdag visdag 
- tussen Carnaval en Pasen vasten 

Slide 27 - Tekstslide

Islam
- Halal en haram
- Rein en onrein
- Manier van slachten 
- Vasten - suikerfeest 



Slide 28 - Tekstslide

Jodendom
Koosjer = voedsel afkomstig van planten en is bereid volgens Joodse religie 
Melk en vlees worden niet samen opgediend 
Manier van slachten 




Slide 29 - Tekstslide

Hindoeïsme 
Reïncarnatie
Vegetariër
Koe wordt beschouwd als een heilige dier
 
 

Slide 30 - Tekstslide

Hoe ver zijn jullie met de opdracht?
Nog niet begonnen
Aan het observeren
Iemand op het oog
Een begin gemaakt

Slide 31 - Poll