Clase 4.05 - mhv2 - capítulo 5, klinkerwisselingen e>ie, o>ue, u>ue

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Clase 4.05

Hacer (doen/maken):

- capítulo 5 “El Silbón”

- hoja de trabajo: klinkerwisselingen

Aprender (leren):

- vocabulario: woordenlijst leestoets El Silbón SP-NL

- klinkerwisselingen: e>ie, o>ue, u>ue, página 73 (TB) + aantekeningen

Planificación: Hoy es ...

1. Reglas de la clase	5 min
2. Repaso: el presente	10 min
3. Gramática: klinkerwisselingen e>ie, o>ue, u>ue	15 min
4. ¡En marcha!	20 min
5. La próxima clase	5 min

Después de esta clase...

... heb je herhaald hoe je regelmatige werkwoorden vervoegd in de presente.

... heb je geleerd hoe werkwoorden met een klinkerwisseling worden vervoegd.

... weet je waarom Henry verdrietig is.

Reglas de la clase

1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit en tas van tafel.
3. Je hebt altijd je spullen mee: schrift, pen, opgeladen device.
4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
5. Wanneer de docente uitleg geeft, zijn jullie stil en maken jullie aantekeningen in je schrift.
6. We lachen elkaar niet uit.
7. Je ruimt pas op als de docent dat aangeeft.
8. Heb je een les gemist? Vraag aan klasgenoten om aantekeningen, welke opdrachten in te halen...

Repaso: el presente

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales

ik

jij

hij

zij (enkelvoud)

u (enkelvoud)

wij

jullie

zij (meervoud)

u (meervoud)

nosotros/-as

ellos

yo

usted

vosotros/-as

ellas

ella

ustedes

él

tú

El presente

YO

TÚ

ÉL, ELLA, USTED

NOSOTROS, NOSOTRAS

VOSOTROS, VOSOTRAS

ELLOS, ELLAS, USTEDES

aprendo

como

nada

viven

nadas

hablamos

cocináis

come

aprenden

vendemos

vivís

hablas

Gramática: klinkerwisselingen

Een paar werkwoorden hebben een klinkerwisseling als je deze vervoegt. Er zijn vier groepen:

Gramática: klinkerwisselingen

• Let op de aanduiding (ie) of (ue) of (i) achter het werkwoord in het woordenboek of de woordenlijst.
• De klinkerwisseling vindt plaats bij alle personen, behalve bij 'nosotros' en 'vosotros'.
• Kijk bij de klinkerwisselingen ook goed naar de uitgang van het werkwoord zodat je de juiste vervoegingen toepast
  (-AR, -ER, -IR).

Practicamos

1. Antes de dormir, su madre le ______ (contar) un cuento.
2. Yo ______ (preferir) salir a correr temprano por las mañanas.
3. Mario no ______ (entender) este ejercicio de matemáticas.
4. Ellos ______ (calentar) siempre antes de salir al campo.
5. No ______ (cerrar, ellos) la puerta nunca y el gato se sale.
6. Vosotros ______ (soñar) mucho con el futuro.

Practicamos

1. Antes de dormir, su madre le cuenta un cuento.
2. Yo prefiero salir a correr temprano por las mañanas.
3. Mario no entiende este ejercicio de matemáticas.
4. Ellos calientan siempre antes de salir al campo.
5. No cierran la puerta nunca y el gato se sale.
6. Vosotros soñáis mucho con el futuro.

Capítulo 3: El secreto

Wat weten jullie nog van capítulo 3?

1. In welke landen zijn er veel cowboys?
2. Waar ging de presentatie van Ricardo
   over?
3. ¿Qué significa maravilloso?

Capítulo 4: Henry busca información

Wat weten jullie nog van capítulo 4?

1. Waar komt Ricardo vandaan?
2. ¿Qué significa: busca información
   sobre Venezuela?

¡En marcha!

1. Individueel aan het werk met werkblad.
   
2. Vraag? Fluisteren met buur.
3. Docent nodig? Hand opsteken en
   doorgaan.
4. Klaar? Lezen capítulo 5 de "El Silbón"
   en vragen beantwoorden op p.7.

La próxima clase

Vamos a...

... leer capítulo 6 de "El Silbón".

... repasar algunos verbos.

Deberes:

- Magister.Learn clase 4.05

Los días y los meses

Hasta la próxima clase

• Stoel netjes aanschuiven.
• Papieren van de grond / tafels.