Writing Skills
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Adjectives (bijvoeglijke Naamwoorden)
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
zuur
pittig
sappig
gebakken
smerig
gefrituurd
sour
spicy
juicy
baked
disgusting
fried
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
‘I’m writing this post to tell you about my favourite Dutch snack.’
A
introduction
B
conclusion
C
body
Slide 11 - Quizvraag
'You should try Dutch snacks'
A
introduction
B
conclusion
C
body
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
a meal/ tommorow / will cook/ Jeremy/ at home
Slide 14 - Open vraag
to McDonald's/went/yesterday/they
Slide 15 - Open vraag
my/food/pizza/favourite/is
