U2 Spaans periode 3 gespreksvaardigheid

1 / 12
volgende
Slide 1: Video
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Qué vamos a hacer hoy en las clase de español?

Slide 2 - Tekstslide

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para hoy
Hablar sobre las vacaciones
El horario del examen oral
Preguntas
La evaluación

Slide 3 - Tekstslide

La clase anterior
Habla en holandés sobre la clase anterior en holandés con ayuda de estas imágenes:



timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

La preparación para la clase

¿Qué tiempo hace ahora en Ámsterdam?
¿Qué tiempo hace ahora en Sevilla?

Slide 5 - Tekstslide

Hablar sobre las vacaciones
Escribe en tu cuaderno o en tu documento word 6 actividades que haces en las vacaciones.
Escribe en holandés y busca el significado en el diccionario.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Vocabulario vacaciones
dormir tarde = uitslapen
visitar = bezoeken
surfear = surfen
nadar = zwemmen
beber = drinken
comer = eten
viajar = reizen
divertirse = het leuk hebben
aburrirse = zich vervelen
leer libros = boeken lezen
ir a la playa = naar het strand gaan

Slide 7 - Tekstslide

Hablar sobre las vacaciones
¿Dónde vas a ir de vacaciones?
Voy a ir de vacaciones a.....
¿Con quién vas a ir de vacaciones?
¿Qué actividades vas a hacer en las vacaciones?
¿Qué tiempo va a hacer en tus vacaciones?
¿Cómo vas a ir de vacaciones?

Slide 8 - Tekstslide

El horario del examen oral
6 de junio:
8:30-8:40
8:40-8:50
8:50-9:00
9:00-9:15 (3tal)
13 de junio:
8:30-8:40
8:40-8:50
8:50-9:00
9:00-9:10
15 de junio:
11:30-11:40
11:40-11:50
11:50-12:00

Slide 9 - Tekstslide

Con quién te gusta hacer el examen oral y cuándo. Escribe en holandés.

Slide 10 - Open vraag

Preguntas
¿Tienes preguntas sobre el examen oral?
Onderwerpen: 
familie/huisdieren/hobby's
school: je vakken, lievelingsvakken/minder leuke vakken, rooster
routine: wat doe je in de ochtend, middag, s'avonds (onregelmatige werkwoorden! dagen, kloktijden)
huis: beschrijven van je slaapkamer met hay/ser/estar
vakantie: land, activiteiten, weer

Slide 11 - Tekstslide

La evaluación
Levanta la mano:
1. Ik kan iets over het weer zeggen in het Spaans.
2. Ik weet hoe ik in het Spaans moet zeggen wat ik in de vakantie ga doen.
3. Ik denk dat ik goed voorbereid ben voor de mondeling.
4. Ik vind de mondeling best wel spannend.

Slide 12 - Tekstslide