Spelling - Blok 8 - week 4 - les 3

Spelling Blok 8 - week 4 - les 3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling Blok 8 - week 4 - les 3

Slide 1 - Tekstslide

In welke tijd staat de eerste zin van het verhaaltje?

Pieter logeert bij zijn oom in Almelo op de boerderij.
A
Verleden tijd
B
Voltooide tijd
C
Tegenwoordige tijd

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de eerste zin?

Pieter logeert bij zijn oom in Almelo op de boerderij.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het onderwerp in de eerste zin?

Pieter logeert bij zijn oom in Almelo op de boerderij.

Slide 4 - Open vraag

Typ de zelfstandige naamwoorden in de goede volgorde van de derde zin

Zijn oom zegt: 'Eerst komen de voorpoten, dan de kop, dan het lijf en dan de achterpoten.'

Slide 5 - Open vraag

In welke tijd staat de zin?

Hoe wordt een kalfje eigenlijk geboren?
A
Verleden tijd
B
Voltooide tijd
C
Tegenwoordige tijd

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het hulpwerkwoord in de zin?

Hoe wordt een kalfje eigenlijk geboren?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het voltooide deelwoord in de zin?

Hoe wordt een kalfje eigenlijk geboren?

Slide 8 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het

Slide 9 - Open vraag

Typ het volgende woord nog een keer goed: de finale

Slide 10 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het

Slide 11 - Open vraag

Typ het volgende woord nog een keer goed: de behendigheid

Slide 12 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het

Slide 13 - Open vraag

Typ het volgende woord nog een keer goed: het niveau

Slide 14 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het

Slide 15 - Open vraag

Typ het volgende woord nog een keer goed: het beweginkje

Slide 16 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het

Slide 17 - Open vraag

Typ het volgende woord nog een keer goed: geniaal

Slide 18 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het

Slide 19 - Open vraag

Typ het volgende woord nog een keer goed: hij ligt

Slide 20 - Open vraag

Luister naar de zin en typ het

Slide 21 - Open vraag

Typ de volgende zin nog een keer goed: Mijn zenuwachtige hond Sam is toch nog eerste geworden bij de puppy's.

Slide 22 - Open vraag