6.3 Hoe komt de overheid aan geld?

6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 6.2
  • Wat bedoeld wordt met collectieve voorzieningen en de collectieve sector;
  • Wat sociale zekerheid is;
  • Hoe sociale zekerheid betaald wordt;
  • Wat de particuliere sector is.

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens deze les leer je:
  • Over verschillende belastingen;
  • Waarom de overheid soms subsidie geeft;
  • Waarom de overheid soms accijns heft;
  • Wat voor niet-belastingontvangsten er zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Groepen
Zelfstandig de instructievideo van 6.3 bekijken, aantekeningen maken en de opdrachten maken (zie slide 11).
Klassikale instructie vervolgens opdrachten maken.
Verlengde instructie en extra oefenopgaven beschikbaar.  

Slide 4 - Tekstslide

Belasting
Belasting is een verplichte bijdrage van burgers en bedrijven aan de overheid.

 
Bijvoorbeeld:
Inkomstenbelasting betaal je over je inkomen. Werk je bij een baas, dan heet dat loonbelasting. Dit gaat van je brutoloon af.


Slide 5 - Tekstslide

Belasting
Bijvoorbeeld:

Btw betaal je als je iets koopt. De winkelier geeft de btw door aan de belastingdienst.

Slide 6 - Tekstslide

Subsidie 
Soms wil de overheid mensen of bedrijven stimuleren om iets te doen. Dat kan door hun geld te geven. Dit noem je subsidie.

 
Met subsidie kan een sportvereniging bijvoorbeeld de contributie verlagen. Dan is er kans dat meer mensen gaan sporten.

Slide 7 - Tekstslide

Accijns
De overheid wil dat we minder roken, minder alcohol drinken, minder benzine verbruiken.
Daarom betaal je op tabak, alcohol en brandstof accijns

Deze extra verbruiksbelasting maakt deze producten duurder. De overheid hoopt dat we ze dan minder kopen.

Slide 8 - Tekstslide

Tijdens deze les leer je:
  • Over verschillende belastingen;
  • Waarom de overheid soms subsidie geeft;
  • Waarom de overheid soms accijns heft;
  • Wat voor niet-belastingontvangsten er zijn.


Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten
Maken: Opdracht 33 t/m 44 blz. 166 t/m 168
Tijd: 20 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? Taak 6.3 maken t/m opdracht 45 en 46 blz. 169
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Niet belasting ontvangsten
De overheid krijgt niet alleen geld van de belastingen. Ze ontvangt ook:

  • Inkomsten uit aardgas;
  • Winst van overheidsbedrijven;
  • Inkomsten van boetes;
Die noem je de niet-belastingontvangsten.

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten
Maken: Opdracht 45 en 46 blz. 169 en de rekenopgaven
Tijd: 20 minuten
Werkvorm: Zelfstandig. Overleg op fluistertoon met directe buurman/buurvrouw is toegestaan.
Hulp: Docent maakt rondes.
Klaar? De herhalingsopgaven blz. 180 + 181
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link