Het ontstaan van het universum

Het ontstaan van het universum

De oerknal en het ontstaan van de kosmos

Drempel 1; een drempel met veel mysteries.

• Zowel de ingrediënten als de goldilocks-conditions zijn niet bekend. 
• Wat we wel weten is dat de Big Bang ongeveer 13,8 jaar geleden plaatsvond. 
• De Grieken waren de eerste die de ''waarom'' vraag stelde.

Het eenvoudige verhaal...

Wanneer je naar het eenvoudigste verhaal kijkt is ons universum begonnen als een punt kleiner dan een atoom. Al de energie en materie die het universum op dit moment bevat zat in die ene punt. Het moet een piepklein, waanzinnig heet puntje geweest zijn. 

Er passen een miljoen atomen in de punt achter een zin.

Hoe kan er uit ''niets'' iets ontstaan?

Het universum is dus ontstaan uit een deeltje kleiner dan een atoom, dit noemen we een subatomair deeltje. 

   -   De positie en beweging van deze deeltjes zijn onmogelijk 
        nauwkeurig te bepalen. Je kan dus nooit zeggen dat een
        bepaald stuk van de ruimte leeg is. 

Er is dus altijd spanning, een mogelijkheid dat er iets kan verschijnen.

Big Bang

De benaming laat je denken dat er een enorme ''knal'' moet zijn geweest (Engelse astronoom). Een Belgische astronoom noemde het pasgeboren universum het primordiale atoom. 

   -   Dit subatoom, waar zo enorm veel energie in zat moest 
        onvoorstelbaar heet zijn en met een enorme snelheid 
        uitzetten om druk te verlichten. 

Energie

Het uitzetten van het universum nam af in snelheid, waardoor de energieën van de oerknal tot rust kwamen. De temperatuur daalde op dit moment ook. Hierdoor kon de energie een faseoverang ondergaan. 

   -   Zwaartekracht

   -   Elektromagnetische kracht

   -   Sterke en zwakke kernkracht

(Donkere energie)?

Materie

Materie is een samengebalde vorm van energie. Materie en energie konden van elkaar scheiden doordat het universum afgekoeld was. 

Structuren

Ontstaan uit een combinatie van toeval en noodzakelijkheid;

   -   Noodzakelijk; het wegfilteren van vele mogelijkheden door 
        de wetten van de fysica.

   -   Toeval; de herschikking van de overgebleven 
        mogelijkheden. (Door het gevecht van materie en anti-  
        materie?)

Atomen

Na 380.000 jaar was het universum genoeg afgekoeld om atomen te kunnen maken. Deeltjes bewegen namelijk sneller wanneer het warmer is. 

De deeltjes werden dus minder snel, tot ze uiteindelijk aan elkaar konden gaan zitten. De electromagnetische kracht dreef positieve protonen naar negative protonen.

Hoe weten we dat het universum uitzet?

Henrietta Leavitt ontdekte dat je met behulp van de bepaalde sterren, bijvoorbeeld de poolster kon berekenen op welke afstand deze stond. (De hoeveelheid licht neemt af met het kwadraat van de afstand die het aflegt). 

Hoe weten we dat het universum uitzet?

Hubble ontdekte vervolgens dat bijna alle sterrenstelsels van ons af bewegen (roodverschuiving). Bij de verste objecten zag hij de meeste roodverschuiving, wat betekend; 

   -   Hoe verderhet object hiervandaan staat, hoe sneller het  
        van ons af beweegt. Het universum dijt dus uit.

Het uiteindelijke bewijs

Als Hubble gelijk had moest het vroege universum extreem heet en dicht zijn geweest en zou het universum in een hoog tempo moeten afkoelen en uitdijen. 

Dit afkoelen zorgt ervoor dat er atomen gevormd konden worden. Hierbij moet enorm veel energie zin vrijgekomen die nog zichtbaar moest zijn, kosmische achtergrondstraling.