In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom terug!
Vandaag gaan we het hebben over cellen!
Slide 1 - Tekstslide
Programma van deze les
Terugblik op vorige les
Uitleg dierlijke en plantaardige cellen
Opdrachten maken en nabespreken.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Sleep het juiste woord naar de plek op de microscoop
statief
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus
Slide 4 - Sleepvraag
Zet de stappen van microscopie in de juiste volgorde
Plaats het preparaat op de tafel.
Kijk door het oculair
Draai de tafel omhoog
Zorg dat de tafel helemaal omlaag staat
Stel scherp met de kleine schroef
Slide 5 - Sleepvraag
2.4: Cellen
Leerdoelen
2.4.7 Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
2.4.8 Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
Slide 6 - Tekstslide
Dierlijke cel. Sommige kleine stoffen zoals zuurstof kunnen door het celmembraan heen. Andere stoffen, zoals glucose, moeten worden geholpen door eiwitten in het celmembraan.
Slide 7 - Tekstslide
Plantaardige cel. Alle onderdeeltjes in de cel noem je celorganellen. Ze hebben allemaal een eigen functie.
Slide 8 - Tekstslide
Plastiden: korrels in het cytoplasma met verschillende functies.