Les 4: Kapitel 1 - Umlaut - Alphabet

Wilkommen zur Deutschstunde
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wilkommen zur Deutschstunde

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung und die Lernziele 
1. Quizizz!
2. Umlaut
3. Alphabet
4. An die Arbeit!
  • Je weet wat een Umlaut is.
  • Je weet hoe je de Umlaut-letter uitspreekt.
  • Je weet wat de Eszett is.
  • Je kent het Duitse alfabet.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij nog van vorige week?

Slide 3 - Tekstslide

Evaluation (evalueer je voortgang van vorige week)
(kies uit: 1. Veel struikelblokken, 2. een plantje dat nog moet groeien of 3. Een AHA-belevenis, d.w.z. je kende het al goed, misschien zelfs beter dan je had gedacht!) 

Slide 4 - Tekstslide

Leer hier de woordjes van elk hoofdstuk.
Verander hier de paragraaf.
Hier vind je extra hulp en opgaven op de punten die je lastig vindt.

Bijvoorbeeld: als je in de opgaven de werkwoorden op s-klank niet goed vervoegd hebt, kun je alleen met die type werkwoorden oefenen.

Slide 5 - Tekstslide

Umlaut 
1) Wat is een Umlaut?
2) Hoe spreken we een Umlaut uit?

Slide 6 - Tekstslide

Umlaut
  • Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters;
  • Het Duitse alfabet heeft meer letters: de letters met een trema (puntjes) erop. In het Duits noem je dat een Umlaut. De Umlaut krijg je alleen op de letters a,o en u!


Tipp: Alleen de klinkers uit het woord AUtO kunnen een Umlaut krijgen!

Slide 7 - Tekstslide

Klanken
Even een compact overzicht van de uitspraak van alle klinkers, met en zonder Umlaut tot nu toe!


Slide 8 - Tekstslide

De ringel - S
De ß (spreek uit: ringel S) is een letter in het Duitse alfabet.
Je spreekt het uit als een S.
In het Duits: Eszett.

Mache: Maak de ringel-s 5x foutloos in jouw schrift.


timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

op papier
op de computer
Hoe maak je de ringel-s?

Slide 10 - Tekstslide

Op welke klinkers kan een Umlaut komen?

Slide 11 - Open vraag

Spreek je uit als eh/ee
Spreek je uit als eu
spreek je uit als uu
spreek je uit als oi
spreek je uit als oe
spreek je uit als ie

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe noemen de Nederlanders deze letter? "ß"
A
Ringel-s
B
Umlaut
C
Estset
D
Bee

Slide 13 - Quizvraag

Wie spricht man das Ä aus?
A
è
B
a-umlaut
C
eu
D
uu

Slide 14 - Quizvraag

Das deutsche Alphabet!
Sprecht das Alphabet in der Klasse nach.

Slide 15 - Tekstslide

In het Duits spel je de meeste letters net zoals in het Nederlands, behalve deze:
c-tsee
g-gay
j-jot
q-koe
u-oe
v-vau
y-upsilon
z-tset

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Wie spricht man das Y aus?
A
è
B
eu
C
gee
D
upsilon

Slide 19 - Quizvraag

C
spricht man aus wie:
A
tset
B
upsilon
C
tsee
D
jot

Slide 20 - Quizvraag

Sprechübung!
Arbeitet zu zweit.
Buchstabiere die Namen von zwei Mitschülern. 

Der eine buchstabiert, der andere notiert die Namen. Wechselt danach die Rollen.

timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

An die Arbeit!
Was? Kapitel 1 Lektion 2 Aufgaben 6A, 7
Wie? Individuell
Wie lange? 15 Minuten
Fertig? Lektion 1 Kapitel 1 Aufgabe 8
timer
15:00
Neue Wörter!
Buchstabe = letter
Großbuchstabe = hoofdletter

Slide 22 - Tekstslide

Hausaufgaben
Lerne die Wörter von letzter Woche + die Wörter von heute

Slide 23 - Tekstslide