Urinewegstelsel - meeloopdag

DE NIEREN
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

DE NIEREN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student kan benoemen:
- Waar het urinewegstelsel uit bestaat 
- Welke functies de nieren hebben
- Hoe de nier opgebouwd is (anatomie)
- Hoe de nieren werken (fysiologie)
- Waar de urine uit bestaat
- Wat er gebeurd als je niet kunt plassen 
- Welke soorten katheters er zijn
- Enkele complicaties benoemen van een katheter

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegstelsel
Bestaat uit:
- De nieren (renes)
- De urineleider (ureter)
- De blaas (bladder)
- De urinebuis (urethra)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de nieren?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

De nieren hebben verschillende functies van links naar rechts:
1. Je nieren filteren afvalstoffen uit je bloed. Elke nier bestaat uit een miljoen filtertjes. Die zijn zo klein dat je ze alleen onder een microscoop kunt zien.
Na het filteren blijven water en afvalstoffen over: urine. 
2. Je nieren regelen ook je bloeddruk. Dit doen ze samen met andere organen, waaronder je hart. Als je nieren niet goed werken, kan dat een hoge bloeddruk veroorzaken of verergeren.
3. Je lichaam werkt alleen goed als de hoeveelheid water en zouten op het juiste peil blijft. Daar zorgen je nieren voor. Ze produceren bijvoorbeeld extra urine als je veel drinkt, en juist minder als je veel zweet. Daarnaast corrigeren je nieren de zuurgraad doordat je het teveel aan zuur uitplast. Als dat niet gebeurt, dan kunnen je spieren verzuren of krijg je problemen met je stofwisseling.
4. Je nieren zorgen ervoor dat vitamine D wordt omgezet in actief vitamine D. Dat is nodig voor sterke botten
5. Je nieren produceren hormonen, zoals EPO, of met een moeilijk woord erytropoëtine. EPO stimuleert het beenmerg om rode bloedcellen aan te maken. 
Nierkapsel
Niermerg 
Nierschors
Nierbekken
Bloedvaten
Urineleider

Slide 6 - Sleepvraag

Globale anatomie van de nieren:

De nieren zijn boonvormige orgaantjes die zich links en rechts achteraan in de buik bevinden. Ze zijn 10 tot 12 cm groot en wegen elk ongeveer 200 gram.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Urine
De urinebuis is de buis tussen de blaas en de urinebuismonding waardoor urine wordt afgevoerd. De blaas is een natuurlijk, bolvormig reservoir waarin de urine zich verzamelt tussen de urinelozingen (het plassen) in.​
Bestaat uit: afvalstoffen, water, zouten en schadelijke stoffen.
Bij vocht te kort heb je donkere urine.
Bij veel drinken is je urine licht van kleur.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je niet kunt plassen?


Als je opeens niet meer kunt plassen, noemen we dat acute urineretentie.
Het kan ook zijn dat je in de loop van de tijd steeds minder goed kan uitplassen. Dat wordt chronische urineretentie genoemd.
Retentie betekent letterlijk: vasthouden.
Om urineretentie te voorkomen, is het is heel belangrijk dat urine niet te lang in de blaas blijft, omdat dit kan leiden tot overrekking van de blaas. Bovendien kan urine oud worden, waardoor dit kan leiden tot infectie.
EN NU??? Wat denken jullie?

Slide 9 - Tekstslide

Er is sprake van urineretentie als er urine achterblijft in de blaas omdat je niet meer kunt plassen of steeds kleine beetjes plast. Retentie betekent letterlijk: vasthouden. Als je opeens niet meer kunt plassen, noemen we dat acute urineretentie. Dit kan gepaard gaan met buikpijn omdat de blaaswand ineens erg uitrekt.
Het kan ook zijn dat je in de loop van de tijd steeds minder goed kan uitplassen. Dat wordt chronische urineretentie genoemd. Dit komt omdat je blaasspier niet sterk genoeg is of omdat je spieren van de bekkenbodem te gespannen zijn. De hoeveelheid urine die achterblijft in de blaas wordt dan steeds groter. Deze vorm van urineretentie is meestal niet pijnlijk, omdat de blaasvulling langzaam gaat en je blaas eraan gewend raakt
Katheter
De blaas kan worden leeggemaakt door een katheter te plaatsen. Een katheter is een dun slangetje dat via de plasbuis wordt ingebracht in de blaas. Hierdoor kan de overtollige urine weglopen. Aan het uiteinde van het slangetje zit een ballonnetje wat gevuld wordt met water waardoor de katheter in de blaas blijft zitten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenmalige katheter
 Verblijfskatheter

Slide 11 - Tekstslide

Eenmalige katheter:
Het niet noodzakelijk is om continu een katheter in te hebben​
Om blaas te ledigen​
Medicinale spoeling​
Aandoeningen zenuwen blaas en ruggenmergstelsel​
Minder kans op infectie​
Behoud blaastonus en capaciteit​
Minder kans op littekenweefsel waardoor functie nieren gehandhaafd blijft​

Verblijfskatheter
Verschillende maten, charrière (Ch) - 1 Ch = 1/3 mm:
- Vrouwen: 12 - 14 Ch
- Mannen: 12 - 16 Ch
Verschillende ballon maten:
- Kinderen: 5 ml
- Mannen en vrouwen: 10 ml

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties katheter
Verstopte katheter
Urineweginfecties
Blaaskrampen
Bloedingen 
Beschadigingen
Nierbekkenontsteking 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies