Hoofdstuk 1: Onderzoek, grootheid en eenheid

Natuur/scheikunde
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Natuur/scheikunde

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhaling van de vorige les

Uitleg Onderzoek

Uitleg + oefenen Grootheid en Eenheid

zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen NA en SK?

Slide 3 - Open vraag

Waar gaat scheikunde over?
A
stoffen en hun eigenschappen
B
explosies en reacties
C
proefjes doen
D
natuur-verschijnselen van de levende natuur

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet de knop die hiernaast is te zien?
A
De noodknop
B
De veiligheidsknop
C
de rode knop
D
''de ik vind het leuk om erop te drukken'' knop

Slide 5 - Quizvraag

Doelen van de les 
De leerling Kan onderzoek doen en kent de verschillende stappen. 
De leerling kent het verschil tussen grootheid en eenheid
De leerling kan de massa en het volume van vloeistoffen en vaste stoffen bepalen

Slide 6 - Tekstslide

Onderzoek doen
We doen bij NASK veel onderzoek. Dat doen we in verschillende stappen:

Slide 7 - Tekstslide

Grootheid <=> eenheid
In NASK moeten we ook vaak rekenen. Bij deze sommen hebben we dan te maken met grootheden en eenheden. 

De grootheid is datgene wat je wilt meten of weten.
bv: De lengte van een lokaal. De massa van een potje poeder. De leeftijd  van meneer Pothof. De tijd die deze les nog duurt.

Slide 8 - Tekstslide

Grootheid <=> eenheid
Bij al deze voorbeeld is de grootheid dik gedrukt. Maar als je dan antwoord geeft op deze vragen, voeg je daar een eenheid aan toe:
De lengte van een lokaal.     bv. .....Meter
De massa van een potje poeder.   bv. ...... Kilogram
De leeftijd van meneer Pothof.  bv. ....... Jaar
De tijd die deze les nog duurt.  bv. .... Minuten

Slide 9 - Tekstslide

Grootheid <=> eenheid
De eenheid heeft dus te maken met de grootheid. 

Grootheid: wat wil ik meten/
weten
Eenheid: waarin druk ik dat
wat ik wil meten/weten uit.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Zelfstandig aan de slag
Wat?       Maken Werkblad over grootheden en eenheden. 
Hoe?      Zelfstandig, maar je mag internet gebruiken
Vraag?  Vraag het eerst fluisterend aan je buurman. Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.
Klaar?   Noteer de dingen die jij het meest moeilijk vindt. Hoe ga je hier verder mee oefenen? Wat heb jij nodig om het beter te begrijpen?

Slide 12 - Tekstslide