5.4 Voortplanten

• Biologie
• ISK

2

3

4

6

7

8

Planten

Schimmels

Bacteriën

1

2

3

4

5

6

7

8

Dieren

Planten

Schimmels

Bacteriën

het begint met ei en zaad

bacteriën en eencelligen

 Voortplanten

De bloem is het voortplantingsorgaan van een plant

De bloem zorgt voor de voorplanting

De meeldraad maakt stuifmeel.

In de stamper zitten eicellen.

Sommige bloemen lokken insecten die de stuifmeel korrels op andere bloemen brengen (= bestuiven)

Insectenbloem

Bestuiving via insecten

Windbloem

Bestuiving via de wind

1) bestuiving (stuifmeel op stamper)

2) stuifmeelbuis groeit uit stuifmeelkorrel

3) helemaal tot aan vruchtbeginsel

4) als de stuifmeelbuis de 

eicel in het vruchtbeginsel bereikt, is er bevruchting

5) Dan ontstaat zaad

6) dan vormt de bloem een vrucht

Bevruchting

Vruchten 

Zorgen ervoor dat de zaden worden verspreid

Het zaadje verspreiden

Nu de zaadjes zijn ontstaan moet ze verspreid worden.

1. Via de wind
2. Via dieren
3. Via de plant zelf

Verspreiding  door dieren

Reigersbek

Springzaad

of door de plant zelf.

Deze planten hebben een meganisme wat het zaad weg schiet 

en een zaadje groeit weer uit tot een nieuwe plant.

eerst het worteltje

dan de stengel

In welk onderdeel van de bloem worden stuifmeelkorrels gemaakt?

1. Meeldraad
2. Stamper
3. Nectarkliertje
4. Kroonbald

In welk onderdeel van de bloem ligt de eicel?

1. Meeldraad
2. Stamper
3. Nectarkliertje
4. Bloembodem

Code van klas in LessonUp: ozbkp

(Je moet een account maken)

Huiswerk 8 oktober: Maak opdracht 1, 2 en 4 t/m 10 van hoofdstuk 5.4

Er zijn 2 soorten bevruchting

Inwendige bevruchting

Uitwendige bevruchting