Les 4

Blok 3 | Schrijven | Les 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Blok 3 | Schrijven | Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig lezen 
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
  1. Feedback op geschreven artikel 
  2. Persoonlijke leerdoelen opstellen
  3. Instructie taalverzorging
  4. Huiswerk maken
  5. Evalueren

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

... heb je feedback gekregen op het door jou geschreven artikel;
... weet je wat samenstellingen zijn en hoe je ze schrijft;
... kun je taalverzorging naar jouw inzicht controleren en verbeteren

Slide 4 - Tekstslide

Feedback artikel
Ga naast een medestudent zitten om feedback te geven en te krijgen. Gebruik de opdracht uit de planner in Studiemeter.

Geen artikel geschreven? Ga daar nu mee aan de slag.
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Stel je eigen leerdoel op via een formulier.

Ga naar de website via deze QR-code en 
vul je antwoorden in

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
Samenstelling
Bestaat uit twee of meer zelfstandige naamwoorden (ZNW)

Samenstelling is een nieuw ZNW, dus schrijf je de delen aan elkaar.
GÉÉN SPATIE!

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Namen van mensen, dieren dingen
B
Woord dat zegt wat je doet
C
Woord waar je - de - het - een - voor kunt zetten
D
Woord dat zegt hoe iets eruitziet

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Je kunt er een verkleinwoord van maken.
C
Je kunt het vervoegen.
D
Je kunt het in het meervoud zetten.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
ik
B
appel
C
Thailand
D
verdienen

Slide 10 - Quizvraag

Instructie
Klinkerbotsing
Wanneer twee klinkers in een samenstelling achter elkaar komen te staan en ze een nieuwe klank vormen.

Een streepje ( - ) tussen delen van een samenstelling om klinkerbotsing te voorkomen.


Slide 11 - Tekstslide

Welke schrijfvorm is juist?
A
caféeigenaar
B
cafe-eigenaar
C
cafeeseigenaar
D
café-eigenaar

Slide 12 - Quizvraag

Welke schrijfvorm is juist?
A
naoorlogse
B
na-oorlogse
C
naöorlogse
D
na oorlogse

Slide 13 - Quizvraag

Instructie
Taalverzorging controleren
Als de taalverzorging in orde is, wordt je boodschap serieuzer genomen. Dit geldt ook voor sollicitatiebrieven of berichten/instructies die je voor je werk moet schrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Instructie
Taalverzorging controleren
Controleer je de zinnen en woorden van je tekst. Ga na of:
  • hoofdletters, komma’s, punten, vraagtekens en uitroeptekens correct zijn gebruikt;
  • zinnen niet te lang zijn;
  • de werkwoordspelling en algemene spelling correct zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Thema 3 - Hoofdstuk 3 Taalverzorging
Opdracht 1, 2, 9, eindopdracht 2

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 17 - Open vraag

Welke tip heb je over mij of over de les?

Slide 18 - Open vraag

Volgende les

Werken a.d.h.v. jouw persoonlijke leerdoel

Slide 19 - Tekstslide