Present Continuous & Past Continuous

Welcome Back!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome Back!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's lesson
  • Grammar: Present & Past Continuous 
  • Grammar exercises 
  • Reflection
  • Blooket? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRESENT CONTINUOUS 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
When
When something happens now. Something that happens for a while.
How
I                         am walking
he/she/it          is walking
you/we/they   are walking
Signal words
now, at the moment, !
Example 
The police are investigating the murder.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
When you are doing something right now:
- I am learning English
- You are listening to a story
- He is watching a TV show

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous

Wanneer je wil aangeven dat iets in het verleden is gebeurd en toen aan de gang was voor een langere tijd.


He  was drinking a coke.

We were eating in a restaurant.

I was playing football last weekend.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Cont.   /   Past Cont.

Always use a form of 'to be' and verb + ing


I am walking                                   I was walking
You are listening                          You were listening
He/she/it is talking                      He was talking
We are gaming                              We were gaming
You are playing                              You were playing

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The present continuous gaat over wat nu aan het gebeuren is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous or not?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
Quiz time!

Choose the correct form of the Present Continuous

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees onderstaande zin. Staat deze in de Present Continuous of in de Past Continuous?

My daughter was crying loudly when I came home.
A
Present continuous
B
Past continuous

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Queen Elizabeth has died. People
A
are sad
B
have been feeling sad
C
are feeling sad
D
feel sad

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
We hadn't been there!
B
We weren't going to go there.
C
We have never been there.
D
We are never going to go there again!

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
Which sentence is in the present continuous?
A
We are eating lunch at the cafeteria.
B
They have eaten lunch at the cafeteria before.
C
She ate lunch at the cafeteria.
D
He has eaten lunch at the cafeteria.

Slide 14 - Quizvraag

Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven
Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now
Present Continuous:
Which sentence is in the present continuous?
A
He was working late.
B
He is working late.
C
He worked late.
D
He has worked late.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: Present continuous
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
Als iets in het verleden is gebeurd.
B
Als iets nu aan de gang is.
C
Als iets in de toekomst gaat gebeuren.
D
Als iets is gebeurd maar het is nog steeds belangrijk.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de Present Continuous maken.
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Een beetje

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

It was raining.
(past continuous)
We were singing.
(past continuous)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van de Past Continuous
onderwerp
was/were
stam+ing
voorbeeld
She
was
talking
Vraag
was/were
onderwerp
stam+ing
voorbeeld
was
she
talking?
Ontkenning
onderwerp
was/were+ not
stam+ing
voorbeeld
she
was not
talking

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous
Quiz time!

Choose the correct form of the Past Continuous

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PAST CONTINUOUS:
Was it raining?
A
Correct
B
Incorrect

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAST CONTINUOUS
Which sentence uses the Past Continuous?
A
They film the event with a hidden camera.
B
They filmed the event with a hidden camera.
C
They are filming the event with a hidden camera.
D
They were filming the event with a hidden camera.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAST CONTINUOUS
Which sentence uses the Past Continuous?
A
I worked at home last week
B
I was working at home, when the doorbell rang
C
I am working at home at the moment
D
I work at home every day

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which one is the Past Continuous?
A
"I was heading to school yesterday"
B
"I am heading to school at 10 o'clock"

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAST CONTINUOUS
Which sentence uses the Past Continuous?
A
I haven't been to that film yet.
B
I was walking down the street when I tripped.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am eating a sandwich.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrijp je de Past Continuous na deze instructie?
A
Ja
B
Nee
C
Beter dan eerst
D
Help!

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
- 10 minutes
Opdracht 18 & 19 

Klaar?
  • Study your words
 

timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies