Oefentoets

Logistiek en Groothandel
Oefentoets H1 en H2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Logistiek en Groothandel
Oefentoets H1 en H2

Slide 1 - Tekstslide

Bij een goed voorraadbeheer let je op:
timer
2:00
A
Het optimale bestelmoment en de optimale hoeveelheid
B
De optimale hoeveelheid
C
Wanneer de voorraad op is bestel je bij

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een expediteur?
timer
2:00
A
Iemand die alleen douane documenten regelt
B
Iemand die het vervoer van A naar B coördineert met alle daarbij behorende taken.
C
Iemand die een transporteur zoekt voor zijn klant
D
Iemand die douane goederen opslaat.

Slide 3 - Quizvraag

Coca Cola is een voorbeeld van:
timer
2:00
A
Push strategie
B
Pull strategie

Slide 4 - Quizvraag

Same day delivery is een voorbeeld van:
timer
2:00
A
Een operationele beslissing
B
Een tactische beslissing
C
Een strategische beslissing

Slide 5 - Quizvraag

Een piggyback of kangoeroesysteem is
timer
2:00
A
Een spaarrekening
B
Iemand die gebruik maakt van de kanalen van anderen om goederen te verkopen.
C
Iets wat niet bestaat
D
Iemand die zelf alles regelt en verkoopt

Slide 6 - Quizvraag

Fysieke distributie is
timer
2:00
A
De beheersing van het productieproces van goederen
B
Het maken van goederen
C
Het toevoegen van waarde aan goederen
D
De besturing en beheersing van de goederenstroom van het eindproduct.

Slide 7 - Quizvraag

Directe distributie heeft veel schakels in de bedrijfskolom
timer
2:00
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een expediteur koopt goederen in het buitenland en verkoopt ze in Nederland
timer
2:00
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Het afstoten van een activiteit naar een andere schakel in de bedrijfskolom is:
timer
2:00
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 10 - Quizvraag

Een logistiek dienstverlener is:
timer
2:00
A
Iemand die grote hoeveelheden goederen verzamelt en verder distribueert
B
Iemand die opslag regelt voor klanten
C
Iemand die goederen vervoert.
D
Een bedrijf dat diensten verleent in de logistieke sector

Slide 11 - Quizvraag

Een middenbedrijf heeft
timer
2:00
A
Minder dan 50 medewerkers
B
Meer dan 250 medewerkers
C
50 tot 250 medewerkers
D
tussen de 50 en de 100 medewerkers

Slide 12 - Quizvraag

Een bedrijfskolom bestaat uit:
Producent -> Groothandelsbedrijf -> Retailer -> Consument
timer
2:00
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

De distributiesector is:
timer
2:00
A
Het totaal van alle bedrijven die zich bezighouden met de inkoop, verkoop en vervoer van goederen
B
Iets wat bestaat uit alle personen en bedrijven die betrokken zijn bij de handel in een product
C
De weg die de goederen door de bedrijfskolom aflegt
D
Het vervoeren van goederen

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de verbindende schakels in de logistieke keten?
timer
2:00
A
Transport en informatiebeheer
B
Transport en opslag
C
Informatiebeheer en opslag
D
Opslag en aanvoer

Slide 15 - Quizvraag