Ravj - Hoofdstuk 7 - Zelftest

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Programma
15 minuten aan de slag -> zelftest
Bespreken
Aan de slag -> 8.1 tot en met 




Slide 2 - Tekstslide

7.10
A

5% - 2% = 3% reële stijging

Slide 3 - Tekstslide

7.11
  1. Onjuist - Kapitaaldekkingsstelsel
  2. Onjuist - Gedwongen besparing
  3. Onjuist - Pensioenfonds verzorgt niet de AOW
  4. Juist - Gehuwd is de AOW uitkering per persoon lager dan ongehuwd.

Slide 4 - Tekstslide

7.12
A. 0,6 x 10.850.000 = 6,51 miljoen premieplichtigen
B. €19 miljard : 6,51 miljoen = €2.918,59 euro
C. (€26.000 - €8.636,36) : 8.636,36 x 100 = 201,1%
D. 3,4 miljoen x €26.000 = €88,4 miljard
Aantal premie betalers = 0,6 x 11.550.000 = 6.930.000
€88,4 miljard : 6.930.000 = €12.756,13

Slide 5 - Tekstslide

Via welk stelsel wordt de AOW gefinancierd?

Slide 6 - Open vraag

Pensioensopbouw

Slide 7 - Tekstslide

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 8 - Tekstslide

Omslagstelsel
Actieven mensen die werken.
Inactieven mensen die een uitkering ontvangen.



Slide 9 - Tekstslide

Omslagstelsel
De AOW (staatspensioen) werkt volgens het omslagstelsel.

De werkenden (actieven) van nu betalen premie voor de AOW uitkering aan de senioren (inactieven) van nu.

Slide 10 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel
Een pensioenfonds (bedrijfspensioen) werkt volgens het kapitaaldekkingsstelsel.

De werkenden van nu betalen premie voor hun eigen pensioenuitkering voor later.

Slide 11 - Tekstslide

pensioen via het kapitaal dekkingsstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfspensioen is geen volledig salaris. Pensioen is uitgesteld loon; ruilen over de tijd 

Slide 13 - Tekstslide

Beleggen
Rendement op beleggen: Totale opbrengst aan rente of dividend en koerswinst.

Risico's beleggen:
1. De waarde van het aandeel (stukje van het bedrijf) kan hoger of lager worden op de aandelen beurs.
2. Wanneer het bedrijf geen winst maakt heb jij geen dividend.

Slide 14 - Tekstslide

Dividend
  • Als aandeelhouder heb je recht op dividend. 
  • Dat is de winstuitkering voor aandeelhouders. 
  • Hoe hoger de winst, hoe hoger het dividend kan zijn. 
  • Het dividend is inkomen uit bezit.

Slide 15 - Tekstslide

Obligatie als beleggingsmiddel
Obligaties kunnen worden verhandeld op de Effectenbeurs.

Koers is afhankelijk van: 
- de rente op de kapitaalmarkt
- de inflatie
- betrouwbaarheid van de lener

4% obligatielening bij een marktrente van 2%, betekent dat je bereid bent om meer te betalen voor deze obligatie.




Slide 16 - Tekstslide

Obligatielening
  • Obligatie is een bewijs van deelneming in een geldlening. Ben je houder van een obligatie? Dan ontvang je interest en uiteindelijk de aflossing van de lening. 
  • Aflossen kan op verschillende manieren, in 1 keer aan het einde, in gedeelten, of door het inkopen van eigen obligaties 

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken tot en met 7.9

Slide 18 - Tekstslide