dikteetoets
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
hoe wordt het woord geschreven?
A
koninkje
B
koningkje
C
koningtje
D
konintje
Slide 2 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven?
A
s' zaterdags
B
szaterdgs
C
des zaterdaags
D
's zaterdaags
Slide 3 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
anwijzingen
B
aanweizingen
C
aanwijzingen
D
aanwijsingen
Slide 4 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
restourant
B
restaurant
C
rectaurant
D
restaurand
Slide 5 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
betrouwbar
B
betrauwbaar
C
betraubaar
D
betrouwbaar
Slide 6 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
nauwelijks
B
nauwlijks
C
nouwelijks
D
nouwlijks
Slide 7 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
waarscheinlijk
B
waarschijnleik
C
waarshijnlijk
D
waarschijnlijk
Slide 8 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
wijger
B
weiger
C
weicher
D
wijcher
Slide 9 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
geheimzinig
B
gehijmzinnig
C
gehijmzinig
D
geheimzinnig
Slide 10 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
verhoudding
B
verhouding
C
verhauding
D
verhauwding
Slide 11 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
menus
B
meenu's
C
menuu's
D
menu's
Slide 12 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
palinkje
B
palingkje
C
palinktje
D
palinktje
Slide 13 - Quizvraag
A
harinktje
B
harinkje
C
haringkje
D
haringtje
Slide 14 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
somers
B
s'zomers
C
szomers
D
szomer's
Slide 15 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
extras
B
s'extra
C
extraas
D
extra's
Slide 16 - Quizvraag
hoe wordt het woord geschreven
A
puddingkje
B
pudinkje
C
puddingkje
D
puddinkje
