Windows Server N3 Quiz
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de hoofdtaak van een DHCP-server?
A
Het beheren van gebruikersrechten
B
Het automatisch toewijzen van IP-adressen
C
Het versleutelen van netwerkverkeer
D
Het blokkeren van ongewenste websites
Slide 2 - Quizvraag
Welke rol moet je installeren op een Windows Server om het een domeincontroller te maken?
A
DNS Server
B
File Server
C
Active Directory Domain Services (ADDS)
D
Remote Access
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een ‘forward lookup zone’ in een DNS-server?
A
Een zone die hostnamen vertaalt naar IP-adressen
B
Een zone die IP-adressen vertaalt naar hostnamen
C
Een zone die automatisch IP-adressen reset
D
Een zone die toegang geeft tot internet
Slide 4 - Quizvraag
Wat kun je doen met een Group Policy (Groepsbeleid) in ADDS?
A
De server uitschakelen op afstand
B
Gebruikersgroepen verwijderen
C
Printers koppelen aan MAC-adressen
D
Instellingen afdwingen op gebruikers en computers in het domein
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een voordeel van het toevoegen van een werkstation aan een domein?
A
Het voorkomt netwerkstoringen
B
De gebruiker kan software installeren zonder toestemming
C
Het werkstation kan sneller opstarten
D
Beheer en beveiliging kunnen centraal geregeld worden
Slide 6 - Quizvraag
Wat doet de Active Directory in een Windows Server netwerk?
A
Stuurt e-mails naar gebruikers
B
Zorgt voor automatische updates van software
C
Installeert automatisch printers
D
Beheert gebruikers, computers en rechten binnen het netwerk
Slide 7 - Quizvraag
Wat gebeurt er als een DHCP-server niet beschikbaar is op het netwerk?
A
Gebruikers kunnen gewoon inloggen
B
Computers krijgen geen geldig IP-adres en kunnen niet op het netwerk
C
DNS neemt de taak automatisch over
D
De server start automatisch opnieuw op
Slide 8 - Quizvraag
Welke informatie stuurt een DHCP-server naar een client?
A
IP-adres, subnetmasker, gateway en DNS
B
Alleen de hostnaam
C
Gebruikerswachtwoord
D
Alleen het MAC-adres
Slide 9 - Quizvraag
Wat is nodig voordat je een computer kunt toevoegen aan een domein?
A
De firewall uitschakelen
B
De computer hernoemen
C
Verbinding met het netwerk waarop de domeincontroller draait
D
DNS handmatig instellen op 8.8.8.8
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een werkgroep en een domein?
A
Een werkgroep vereist geen gebruikersnaam
B
In een domein wordt alles centraal beheerd
C
Een werkgroep kan alleen op Windows Server
D
Een domein heeft geen netwerkverbinding nodig
Slide 11 - Quizvraag
Waarvoor gebruik je de tool ‘Active Directory Users and Computers’?
A
Voor het beheren van updates
B
Voor het aanmaken en beheren van gebruikers, groepen en computers
C
Voor het installeren van software
D
Voor het maken van back-ups
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurt er als twee DHCP-servers hetzelfde IP-bereik gebruiken zonder afstemming?
A
Het netwerk werkt sneller
B
Gebruikers worden automatisch geblokkeerd
C
Er kunnen IP-conflicten ontstaan
D
Alle gebruikers krijgen een statisch IP-adres
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een domeincontroller?
A
Een fysieke netwerkverbinding
B
Een server die verantwoordelijk is voor beheer van het domein via ADDS
C
Een draadloze router
D
Een netwerkprinter
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een belangrijk voordeel van DNS in een domeinnetwerk?
A
Je kunt computers benaderen via een naam in plaats van een IP-adres
B
Je hoeft geen antivirus te installeren
C
Je kunt automatisch back-ups maken
D
Je hoeft geen gebruikers aan te maken
Slide 15 - Quizvraag
Wat moet je doen om een computer toe te voegen aan een domein?
A
De computer opnieuw installeren
B
Een gebruikersaccount verwijderen
C
Bij systeeminstellingen het domein selecteren en inloggen met domeingebruiker
D
DHCP uitschakelen
