7.4 formules met wortels

Welkom

Het doel van deze les:

formules met wortels kunnen uitrekenen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Het doel van deze les:

formules met wortels kunnen uitrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

  • doel van deze les
  • uitleg
  • zelfstandig aan de slag!



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Na de les weet je:
  • Hoe je een formule met een wortel invult
  • Hoe je de grafiek bij deze formule tekent



Slide 3 - Tekstslide

Klaar?
Nakijken en verbeteren!!
7.5 - Formules met wortels


Hoe heet dit teken ook alweer?

Slide 4 - Tekstslide

Klaar?
Nakijken en verbeteren!!
7.5 - Formules met wortels


Onder het wortelteken staat 2h
Wat staat er eigenlijk tussen een cijfer en een letter?

Slide 5 - Tekstslide

Casio FX 82MS
Je gebruikt het wortelknopje op de rekenmachine.
probeer maar een √9 = 3

Let op:
Als je               moet uitrekenen voor h = 3.
Je moet dan               uitrekenen. Op je rekenmachine typ je dan in:

Je zet dus alles tussen haakjes wat onder het wortel teken staat

2h
2x3
(2x3)

Slide 6 - Tekstslide

Casio FX 82MS



Wil je dit uitrekenen voor een gewicht van 100 kg dan moet je de volgende stappen op je rekenmachine doen

Op je rekenmachine typ je in:
√(100:25) = 2
 
Dus alles tussenhaakjes zetten.

lengte=25gewicht
25100

Slide 7 - Tekstslide

Casio fx-82-EX
Je gebruikt het wortelknopje  op de rekenmachine.
probeer maar een √9 = 3

Als je            moet uitrekenen voor h = 3.
Je moet dan                 uitrekenen. Op je rekenmachine typ je dan in:

Je rekenmachine zet alles automatisch onder de wortel.






2h
2x3
2x3

Slide 8 - Tekstslide

Casio FX 82ES



Wil je dit uitrekenen voor een gewicht van 100 kg dan moet je de volgende stappen op je rekenmachine doen
Op je rekenmachine typ je eerste het wortel knopje in en en daarna de breukenknop (links van de wortel)
Daarna vul je de getallen in en je rekent het uit.



Als je het goed hebt gedaan komt er 2 uit.

lengte=25gewicht
25100

Slide 9 - Tekstslide

Bereken de √29 en rond af op 2 decimalen.

Slide 10 - Open vraag

Bereken 3 x √49
A
54
B
12,12
C
21
D
12,13

Slide 11 - Quizvraag

Bereken√(9x4)
A
12
B
6
C
18
D
5

Slide 12 - Quizvraag

Bereken
2800
A
28,28
B
14,14
C
40
D
20

Slide 13 - Quizvraag

Klaar?
Nakijken en verbeteren!!
1.

Slide 14 - Tekstslide

Klaar?
Nakijken en verbeteren!!
1.
2.

Slide 15 - Tekstslide

Klaar?
Nakijken en verbeteren!!
3.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken
Paragraaf 7.5

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat gaat goed? Welke vraag heb je nog?

Slide 21 - Open vraag

Vergeet je mondkapje niet op te zetten!

Slide 22 - Tekstslide