H5.5 Absolutisme - alle macht voor de koning

H5.5 Absolutisme - Alle macht voor de koning
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

H5.5 Absolutisme - Alle macht voor de koning

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Planning tot de zomervakantie
  • Introductie-opdracht 5.5
  • Uitleg 5.5
  • Aan de slag! 

Slide 2 - Tekstslide

Introductie op H5.5
  • Frankrijk in de 17e eeuw
  • Centralisatie
  • Absolutisme 


Je krijgt zometeen 3 vragen te zien. Zoek op internet naar het juiste antwoord en typ het in LessonUp.

Slide 3 - Tekstslide

Lodewijk XIV had veel kinderen, zowel wettige (bij zijn vrouw) als onwettige (bij zijn maîtresses).
Hoeveel van zijn kinderen leefden nog toen Lodewijk XIV overleed en hoeveel daarvan waren wettige kinderen?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. Dit ‘tuinhuisje’ staat op het landgoed van het Paleis van Versailles. Hoe heet dit huisje?

Slide 6 - Open vraag

Lodewijk XIV had serieuze gebitsproblemen. Welk probleem had hij precies?

Slide 7 - Open vraag

Lesleerdoelen:
1. Je kunt uitleggen wat absolutisme is.
2. Je kunt uitleggen waarom het Lodewijk XIV lukt om als absoluut vorst te regeren.
3. Je kunt uitleggen waarom het Karel I niet lukt om als absoluut vorst te regeren.

Slide 8 - Tekstslide

Centralisatie
  • Voortaan moeten overal in het land dezelfde wetten gelden.
  • Overal in het land is het bestuur hetzelfde.

Slide 9 - Tekstslide

Door centralisatie krijgt de koning...
A
meer macht
B
minder macht

Slide 10 - Quizvraag


De Zonnekoning

Lodewijk XIV (1638-1715) werd één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
Hij werd koning toen hij 5 jaar was.
Alles in Frankrijk draaide om Lodewijk XIV, net zoals de planeten om de zon draaien. Hij is het centrum van de macht.

Slide 11 - Tekstslide

L'État, c'est Moi
(oftewel De staat, dat ben ik)

De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

Lodewijk XIV was een Franse koning met absolute macht. De geestelijken en de adel hebben dus niks meer te vertellen.
De macht van de koning is door God gegeven: droit divin (goddelijk recht) + alleen verantwoording afleggen aan God. 

Slide 12 - Tekstslide


Maar hoe dan?

  • De koning bepaalde zelf (zonder overleg met de adel) voortaan alle wetten en deze golden voor het hele land
  • Lodewijk versterkt het leger met soldaten die bij hem zelf in dienst zijn. 
  • De adel moest voortaan in het koninklijk paleis Versailles wonen, zodat hij ze goed in de gaten kon houden.
  • Koning beslist over godsdienst, cultuur en economie
  • Koning krijgt de macht van God en heeft dus altijd gelijk (droit divin)

Slide 13 - Tekstslide

In Engeland
  • Koning Karel I probeerde zonder parlement te regeren
  • Dat mislukte: het parlement stuurde de koning weg
  • Karel I kreeg zelfs de doodstraf
  • Republiek, met Oliver Cromwell > ook geen succes
  • Zoon van Karel I mocht terugkeren, maar moest het parlement accepteren (‘Restoration’).

Slide 14 - Tekstslide

Bloedige feitjes
In een showproces werd Karel I onthoofd. Het publiek was doodstil. Cromwell besliste daarna dat het hoofd weer op het lichaam geplaatst moest worden (werd er weer aan genaaid) zodat hij toch netjes begraven kon worden.

Slide 15 - Tekstslide

Bloedige feitjes
Oliver Cromwell stierf een natuurlijke dood in 1658. In 1661 werd zijn lichaam opgegraven en op dezelfde dag als de executie van Karel I ‘postuum geëxecuteerd’ (opgehangen en onthoofd). 

Slide 16 - Tekstslide

Waarom moest de adel van Lodewijk XIV op het paleis Versailles verblijven?

Slide 17 - Open vraag

Hoe wordt het droit divin op dit schilderij uitgebeeld?
A
Koning zit op de troon
B
Koning is omringd met bisschoppen
C
Koning krijgt de macht van 'boven'
D
De koning is 'verlicht'

Slide 18 - Quizvraag

Welke uitspraak past bij het absolutisme?
A
Samen zullen wij overwinnen.
B
De staat, dat ben ik.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Aan de slag!
Lees de teksten van H5.5
Maak opdracht: 1b, 5, 7, 8 en 11a

Slide 21 - Tekstslide