Paragraaf 5.2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

5.2 planten groeien

Deze Les

• Huiswerk paragraaf 5.1 nakijken
  
• Uitleg paragraaf 5.2
  
• Maken opdracht 2 t/m 13

• Quiz
  

Hoe komt een plant uit een zaadje?

In de vrucht van de plant zitten zaden.

bijv. bruine bonen zijn de zaden  van een bonenplant.

De zaden zien er zo uit:

- zaadhuid:  zit om de boon

- zaadlobben (2) :  zitten binnenin de boon, hier zit reservevoedsel voor de kiem.

- kiem: zit tussen de zaadlobben en is al een plantje.

ontkiemen: het groeien van een nieuwe plant uit een zaad

Hoe groeit een plantje verder?

De kiemplantjes worden steeds groter, ze groeien. 

lengtegroei: wortels en stengels worden steeds langer, de plant maakt er nieuwe cellen bij. 

Kiemplantjes veranderen ook van vorm, er komen nieuwe delen bij, dit noemen we ontwikkeling

Hoe groeien bomen?

Bij bomen komt ook lengtegroei voor. In het voorjaar komen er nieuwe knoppen aan de takken.

- Eindknop: groeit een nieuwe stengel

- Zijknoppen: groeien zijtakken

- knopschubben: zitten om de knoppen en beschermen de knop tegen kou en insecten.

Ringlitteken: De knopschubben vallen af als de eindknop uitloopt. Hierdoor ontstaat er een ringlitteken. Je kunt hierdoor zien hoe oud de tak is.

Diktegroei: 

Stam --> groeilaagje --> houtcellen --> jaarring

Door de jaarringen weet je hoe oud de boom is 

Om te onthouden!

Ontkieming:

- een plantje komt uit een zaadje door ontkieming

- Een heel jong plantje (kiem) zit al in het zaadje

- De volgorde van ontkieming:  wortel, stengel, blad en bloem

van jong plantje naar volwassen plant:

- Lengtegroei het plantje wordt langer en zwaarder

Ontwikkeling: het plantje krijgt nieuwe delen

Groei bij bomen:

- Takken worden langer door lengtegroei vanuit de eindknop

- Uit zijknoppen groeien nieuwe zijtakken

- Knopschubben beschermen de knoppen

- Hoe oud een boom is zie je aan jaarringen, ( laten de diktegroei zien)

Maken

paragraaf 5.2

Opdracht: 2 t/m 13 

Klaar?

Lezen paragraaf 5.3

De organen van een plant bestaan uit:

1. Bloemen
2. Cellen
3. Huidmondjes
4. Bladgroenkorrels

De buitenste laag van een plantencel is de celwand

1. Juist
2. Onjuist

De bladgroenkorrels zijn groene bolletjes in:

1. het celmembraan
2. de celkern
3. het cytoplasma
4. de vacuole

Wat is 1 van de taken van de bladgroenkorrels?

1. Stevige laag om de cel
2. Regelt welke stoffen in en uit de cel gaan
3. maken voedingsstoffen van de plant
4. zit in het midden van de cel zorgt voor stevigheid

De waterstroom blijft op gang doordat er water verdampt, dit gaat via de:

1. wortelharen
2. vaatbundels
3. huidmondjes
4. bladgroenkorrels

Het plantje wordt langer en zwaarder

1. Lengtegroei
2. Diktegroei

Hoe heet het jonge plantje in een zaadje?

1. Bloem
2. Kiem
3. Cellen

De ringlittekens laten zien:

1. Hoe oud de boom is
2. Hoe oud een tak is

Wat doen de knopschubben van een tak?

1. Beschermen de knoppen
2. Maken nieuwe cellen aan
3. Hieruit groeien nieuwe zijtakken