Spelling Blok 5 - Week 2 - Les 4 (Groep 7-8)

Spelling 
Klankvaste werkwoorden met -zen
in de verleden- en voltooide tijd
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Spelling 
Klankvaste werkwoorden met -zen
in de verleden- en voltooide tijd

Slide 1 - Tekstslide

Tegenwoordige-, verleden of voltooide tijd?

Zij heeft hem altijd wijsgemaakt dat het gevaarlijk is in de stad.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 2 - Quizvraag

Tegenwoordige,- verleden of voltooide tijd?

Ik mompel vaak in mezelf als ik aan het nadenken ben.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 3 - Quizvraag

Tegenwoordige,- verleden of voltooide tijd?

Vorige week lijmde Daan die twee plankjes aan elkaar vast.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 4 - Quizvraag

Jelle had zich ... .(verbazen)

Slide 5 - Open vraag

Alles is vandaag ... (afprijzen) in die winkel.

Slide 6 - Open vraag

Vorige week ... (grijnzen) die twee jongens naar mij op school.

Slide 7 - Open vraag

We hebben lang naar dit doel ... .(streven)

Slide 8 - Open vraag

Eergisteren ... (proeven) ik iets nieuws in het restaurant.

Slide 9 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het.

Slide 10 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het.

Slide 11 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het.

Slide 12 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het.

Slide 13 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het.

Slide 14 - Open vraag

Luister naar het woord en typ het.

Slide 15 - Open vraag