Stolsels Klinisch redeneren

Stolling
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Stolling

Slide 1 - Tekstslide

Waaruit bestaat bloed?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen plasma en serum?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Wat is Primaire hemostase?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe kunnen stolsels ontstaan?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke antistollingsmedicatie ken je?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

op welke manier kan een patient trombose krijgen

A
veel bewegen
B
lange vliegreis
C
fietsen
D
uurtje autorijden

Slide 20 - Quizvraag

Casus 1
Mw. C, 35 jaar, heeft een trombosebeen na
immobilisatie vanwege skiletsel

Slide 21 - Tekstslide

Waarom heeft deze vrouw een trombosebeen gekregen?

Slide 22 - Open vraag

Hoe noem je het als er een (stukje) van de trombus losschiet?

Slide 23 - Open vraag

gebruik van DOAC's geeft verhoging van de INR

A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Waar verwachten (welk orgaan) jullie problemen als er een stukje trombus losschiet?

Slide 25 - Open vraag

Wat zal de behandeling zijn bij mevrouw?

Slide 26 - Open vraag

Mevrouw laat de volgende symptomen zien: Snel en oppervlakkig ademhalen • Benauwdheid (dyspneu) :• Pijn op de borst, vastzittend aan de ademhaling • Plots ontstane hoestprikkel • Verhoogde hartslag • Lichte stijging van lichaamstemperatuur (subfebriele koorts) Bloedsliertjes in sputum Wat is er aan de hand?

Slide 27 - Open vraag

Trombolytica is een stolsel oplossend medicijn. Hier zijn geen gevaren aan verbonden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

hoe kan een mogelijke longembolie gediagnostiseerd worden?

Slide 29 - Open vraag

Diagnose longembolie o.a.
  • CT-scan met contrast van de thorax 
  • Ventilatieperfusiescan 
  • Het bepalen van D-dimeer
  • ECG (overbelasting rechter harthelft, meer hulpmiddel)

Slide 30 - Tekstslide

De behandeling is gericht op het voorkomen van uitbreiding van de bestaande stolsels en voorkomen van het ontstaan van nieuwe stolsels.
Aan welke medicatie denk je dan?

Slide 31 - Open vraag

Longembolie in een notendop

Slide 32 - Tekstslide

Casus 2
Meneer D, 74 jaar, nieuw gediagnosticeerd
boezemfibrilleren (atriumfibrillatie). 

Slide 33 - Tekstslide

Wat is boezenfibrilleren?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Verklaar de klachten

Slide 37 - Open vraag

Stel de heer krijgt door de AF een embolie. Maakt het uit of deze van de rechter of linker harthelft komt?

Slide 38 - Open vraag

Wat is een cardioversie?

Slide 39 - Open vraag

Waarom ben je met een VF (ventrikel fibrillatie) klinisch dood en met een AF (atrium fibrillatie) niet?

Slide 40 - Open vraag

Casus 3
Mw E heeft al jaren last van hypertensie en een hoog cholesterol met name het ldl is sterk verhoogd. 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Wat is er aan de hand? (volgende dia)

Slide 43 - Tekstslide

Wat is er aan de hand?

Slide 44 - Open vraag

Atherosclerose (slagaderverkalking)
Aanhoudende blootstelling aan risicofactoren zoals hoge bloeddruk, hyperlipidemie en roken geven een beschadiging van het vaatendotheel, wat uiteindelijk tot een vaatwandruptuur kan leiden met secundair stolselvorming (trombose) en daarmee afsluiting van een bloedvat. 

Slide 45 - Tekstslide

Atherosclerose (slagaderverkalking) noemen ze ook wel eens aderverkalking. Is dit een juiste benaming?

Slide 46 - Open vraag

Arteriosclerose en atherosclerose hetzelfde of toch anders?

Slide 47 - Open vraag

Arteriosclerose en atherosclerose
  • Atherosclerose is een verharding die specifiek wordt veroorzaakt door een atheroomplaque.  
  • Arteriosclerose  is een degeneratie van het weefsel van de wand van slagaders waardoor deze verharden en hun elasticiteit verliezen.

Slide 48 - Tekstslide

Einde
Zijn er nog vragen?

Slide 49 - Tekstslide