,

Fictie: genres, beeldspraak, vergelijking met/zonder als, leeservaring

Fictie: genres
Fictie: genres, beeldspraak en leeservaring
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Fictie: genres
Fictie: genres, beeldspraak en leeservaring

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet welke genres er zijn 
  • Je weet wat beeldspraak is en kunt dit herkennen in teksten
  • Je kunt je eigen leeservaring benoemen met 'beoordelingswoorden'

Slide 2 - Tekstslide

Welke genres zijn er?
Er bestaan veel verschillende genres, bijvoorbeeld:

avonturenverhalen
historische verhalen
sprookjes

welke ken jij nog meer?

Slide 3 - Tekstslide

welke genres
kun jij noemen?

Slide 4 - Woordweb

Genres op een rijtje
detective
thriller
ontwikkelverhaal (coming of age)
science fiction
fantasy
dystopie

Slide 5 - Tekstslide

Genres op een rijtje:
  •     Biografie
  •     Detective
  •     Doktersverhaal
  •     Erotiek
  •     Familieroman
  •     Griezelverhaal
  •     Historische roman
  •     Humor
  •     Oorlog/verzet

  •     Psychologisch verhaal
  •     Romantisch verhaal
  •     Fantasy
  •     Sciencefiction
  •     Sociaal/politiek verhaal
  •     Spanning en avontuur
  •     Waargebeurd verhaal
  •     Western
  •     Zeeverhaal

voorbeeld van een zeeverhaal: Lampje

Slide 6 - Tekstslide

Een voorbeeld van 
het genre 
'fantasy'

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Mijn favoriete genre is
of mijn favoriete genres zijn:

Slide 9 - Sleepvraag

Opdracht maken:

Slide 10 - Tekstslide

Beeldspraak
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Het wordt in fictie gebruikt om bepaalde dingen te benadrukken of om op een verrassende manier de tekst interessant te maken.

Dat wil zeggen dat er niet letterlijk wordt gezegd wat er wordt bedoeld.

In spreekwoorden en gezegdes komt vaak beeldspraak voor.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden beeldspraak in spreekwoorden en gezegdes

    De aap komt uit de mouw!
        Letterlijk: er komt een aapje uit een mouw gekropen.
        Figuurlijk: het wordt duidelijk hoe iets zit.


    De appel valt niet ver van de boom.
        Letterlijk: er staat een boom en hier valt een appel uit. De appel landt vlakbij de boom.
        Figuurlijk: een kind lijkt op (één van) zijn ouders.


    Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
        Letterlijk: als de kat naar buiten is, komen er muizen op de tafel staan die vervolgens gaan dansen.
        Figuurlijk: zonder toezicht doet men waar hij zin in heeft.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Welke spreekwoorden
met beeldspraak ken jij?

Slide 14 - Woordweb

Vormen van beeldspraak
Vergelijking zonder als:
"De sfeer aan tafel spatte uiteen. Een zeepbel, zonder 
geluid en alleen een natte vlek achterlatend."

Vergelijking met als:
"Natalie was klein, tenger en knorrig als een Chihuahua."

Metaforen (vorm van beeldspraak):
"Bram is de wandelende encyclopedie van de klas."

* het verschil tussen een metafoor en vergelijking is dat de beeldspraak niet verder uitgelegd wordt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Opdracht maken
Maak in Learnbeat de volgende opdracht:
 
over beeldspraak.




Slide 17 - Tekstslide

Leeservaring
Als je een boek hebt gelezen, dan heb je vaak een mening over dat boek. Het gaf je een bepaald gevoel. Dat noem je de leeservaring en die is altijd heel persoonlijk.


Slide 18 - Tekstslide

Beoordelingswoorden
Je kunt met beoordelingswoorden uitleggen wat je van een boek vindt:
Woorden voor wat het verhaal met je doet:
spannend - saai
laat me meeleven - doet me niks
maakt me nieuwsgierig - voorspelbaar

Woorden voor hoe realistisch je het verhaal vindt:
realistisch - onrealistisch
leerzaam - niet leerzaam
levensecht - bedacht

De beoordelingswoorden combineer je met argumenten waarom je dat zo hebt ervaren.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden beoordelingswoorden met argumenten:

"Ik vind de boeken van Harry Potter fantastisch,
omdat ik helemaal kan opgaan in het verhaal. 
Ik vind de boeken alleen niet zo realistisch,
want tovenaars bestaan niet en Hogwarts al helemaal niet. 
Dat vind ik wel jammer."

Slide 20 - Tekstslide

Geef jouw mening over het boek dat je nu leest. Gebruik een beoordelingswoord en een argument.

Zet er ook bij WELK boek je nu leest (of net uit hebt)!

Slide 21 - Open vraag

Opdracht maken
Maak in Learnbeat opdracht

over leeservaring.



Slide 22 - Tekstslide