H 1

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Terugblik vorige les + huiswerk bespreken 
  2. Lesdoelen
  3. Theorie (informatie)
  4. Inoefening (huiswerk) 
  5. Afsluiting/vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Begrippen
  • Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Periode 1

Logistiek

- 17/09 valt uit

- 2 uur in de week

- boek: FDC 3

- H 1 t/m H 7

- afsluitende toets op 5/11

- opdrachten (mailen)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is logistiek?

Slide 5 - Open vraag

Logistiek

Logistiek = Het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van goederenstromen.


Inkoop

Productie

Distributie = verdeling

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Basis logistiek


B1-K1-W3 BEHEERT DE
VOORRAAD


H 1 Voorraadbeheer = het op orde houden van de voorraad



Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • Kun je het begrip 'ijzeren voorraad' uitleggen
  • Ken je de 3 onderdelen van kosten voor het aanhouden van voorraden
  • Ken je het begrip 'integratie'
  • Kun je een aantal oorzaken van voorraadvorming noemen

Slide 9 - Tekstslide

Onvoldoende voorraad

'Nee' verkopen. Nadelen:

1. Ondernemer verkoopt niets

2. Hij verdient dus niets

3. Klant is ontevreden


Risico: Klant gaat naar de concurrent

Slide 10 - Tekstslide

Nooit 'nee' verkopen:

- Behoorlijke voorraad van artikelen hebben

- Groot magazijn


IJzeren voorraad = de hoeveelheid artikelen die altijd op voorraad is.


IJzeren voorraad = veiligheidsvoorraad


Slide 11 - Tekstslide

Omloopsnelheid

De omloopsnelheid van de voorraden geeft aan hoelang de voorraden in het magazijn liggen opgeslagen. Hoe sneller de omloop des te korter liggen de voorraden opgeslagen en hoe meer er besteld moet worden.

Slide 12 - Tekstslide

Voorraad(beheer) waarom?
- inzicht om voorraadkosten zo laag mogelijk te houden
- overbruggen levertijd​
- continuïteit​
- opvangen extra vraag​



Slide 13 - Tekstslide

Kosten van de voorraad

Voorraden brengen 2 soorten kosten met zich mee:


1 = kosten voor het aanhouden van de voorraad


2 = kosten voor het aanleggen van de voorraad

Slide 14 - Tekstslide

1 = Kosten voor het aanhouden van de voorraad
De 3 R's
a = Rente (rente van geleend geld of vermogen rente betalen)
b = Ruimte (huur, electra, verzekering, magazijnmeester)
c = Risico (bederven, verdwijnen, uit de
mode raken, waarde dalen)

Slide 15 - Tekstslide

Waardedaling

- seizoensproducten

- populariteit

- vervangen door een beter product

Slide 16 - Tekstslide

Derving
  • Bij derving zijn er minder goederen in het magazijn aanwezig dan er zouden moeten zijn
  • Dat kan door bederf, beschadiging of diefstal komen.
  • Derving is dus het verschil tussen de administratieve voorraad en de werkelijke voorraad

Slide 17 - Tekstslide

Demodage
= als voorraad uit de mode raakt

Slide 18 - Tekstslide

Samenvattend
Voorraad houden kost 3 R's:

Rente, ruimte en risico

Slide 19 - Tekstslide

2 = Kosten voor het aanleggen van de voorraad

- administratiekosten
- kosten van communicatie
- kosten van vervoer

Slide 20 - Tekstslide

Voorraadbeheer

In enge zin = bewaken van de hoogte van de voorraad.


In ruime zin = welke producten? wanneer inkopen? welke hoeveelheid? wanneer/hoe/door wie laten

aanvullen?

Slide 21 - Tekstslide

Voordelen lagere voorraad
  1. Minder benodigde opslaggruimte
  2. lagere transportkosten
  3. minder derving
  4. verlaging risico's niet-gangbare producten
  5. overzichtelijk magazijn

Slide 22 - Tekstslide

Kijkopdracht:
Wanneer is je voorraadbeheer volgens Harry optimaal?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Afdelingen bij bedrijven

- Afdeling inkoop -> bestelt/koopt de voorraad in.

- Afdeling productie -> gebruikt de voorraad (grondstoffen)

- Afdeling marketing -> er moeten voorraden zijn voor de klanten

Slide 25 - Tekstslide

Suboptimalisatie <-> integratie
Suboptimalisatie = elke
afdeling stelt haar eigen belang boven het ondernemersbelang. Voorraden lopen makkelijk uit de hand.

Integratie = goede samenwerking tussen de afdelingen.

Goed voorraadbeheer zorgt voor integratie.


Slide 26 - Tekstslide

Optimale bestelhoeveelheid
Je moet daarom zoeken naar
de optimale bestelhoeveelheid =


Die hoeveelheid waarbij per
periode de som van de bestelkosten en de 
voorraadkosten minimaal is.



Slide 27 - Tekstslide

Bestel-/voorraadkosten
-hoge bestelfrequentie= hoge
bestelkosten​
-lage bestelfrequentie= hogere voorraadkosten​
-Zorg voor evenwicht tussen de bestel en voorraadkosten optimale bestelhoeveelheid


Slide 28 - Tekstslide

Oorzaken van (hoge) voorraadvorming
1. Storingsgevoelige machinepark -> verkoop ligt stil
2. Lange omsteltijden -> machines werken niet
3. Slechte planningsprocedure en materiaalaanvoer
4. Geen onderscheid seizoensproducten en standaardproducten
5. Onbetrouwbare leveranciers
6. Grote verpakkingseenheid
7. Afzetonduidelijkheid -> kan niet inschatten hoeveel verkoop
8. Leveringsonduidelijkheid
9. Indekking problemen -> staking, storing bij het bedrijf waar je inkoopt

Slide 29 - Tekstslide

Lezen

Boek: FDC 3

Hoofdstuk: 1

Paragraaf: 1.1 t/m 1.5

Blz.: 17 t/m 20

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk:


  • Boek: FDC 3
  • H 1 Voorraadbeheer (1.1 t/m 1.5)
  • Begrippen: 1.6 (in Word)
  • Opdrachten: 1.01 t/m 1.08 (in Word)
  • Samenvatting H 1
timer
40:00

Slide 31 - Tekstslide

Evaluatie leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • Kun je het begrip 'ijzeren voorraad' uitleggen
  • Ken je de 3 onderdelen van kosten voor het aanhouden van voorraden
  • Ken je het begrip 'integratie'
  • Kun je een aantal oorzaken van voorraadvorming noemen

Slide 32 - Tekstslide

Vooruitblik op de volgende les

- Wanneer is de eerst volgende

   theorieles? 


- Boek: FDC 3


- H 2 Voorraadindelingen

Slide 33 - Tekstslide