Alexander Calder

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De sterrennacht is een schilderij van de Nederlandse postimpressionistische kunstschilder Vincent van Gogh. Vincent wil beweging uitdrukken via zijn manier van schilderen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

         Leerdoelen

         1- Je kent het werk van verschillende kunstenaars, die bewegende kunst maken, hun motivatie en de door hun gebruikte methodes.
         2- Je kent de vakterm voor 'bewegende' kunst.
         3- Je gaat zelf een bewegend kunstwerk maken, geïnspireerd door Calder

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweging - 2D
Giacomo Balla, 1912
Rembrandt, ca. 1635

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie: op zoek naar
'de naetuereelste
beweeglijkheid'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verbeeldt Giacomo Balla beweging in zijn tekening?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Carlo Carra, 1904

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie:

1909, Futuristisch manifest:

‘Wij willen de liefde voor het gevaar bezingen,
voor de energie, de roekeloosheid en de oorlog.’

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweging - 3D
1913, Marcel Duchamp creëert een kunstwerk met een fietswiel,
dat kan bewegen.

'Readymade':
van bestaand, industrieel gefabriceerd materiaal
....en de toegepaste techniek heet?








Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motivatie:
Anti 'oude' schilderkunst, die de klassieke regels volgt
en een ideale schoonheid wil verbeelden. Revolutionair!
Jacques-Louis David, De eed van de Horatii, 1784,

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theo Jansen
Jean Tinguely
Alexander Calder
    Bewegende kunst =
    Kinetische kunst

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor bewegende kunst?
A
Kimetische kunst
B
Kimetrische Kunst
C
Kinetische Kunst
D
Kinetrische Kunst

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vertelt Joost Conijn over zijn motivatie om kunst te maken? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Hij houdt van houten propellers en van aluminium.
B
Aantonen dat veel meer mogelijk is dan je denkt.
C
Iets openbreken (in het denken) van mensen.
D
Laten zien dat reizen in een zelfgebouwd vliegtuig niet vermoeiend is.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor is Theo Jansen geïnspireerd?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Zand, wind en zon
B
Beweging van meeuwen en vissen
C
Plastic buizen en schroeven
D
Beweging van mens en dier

Slide 20 - Quizvraag

Zijn inspiratie wordt gevoed door de evolutietheorie, het strand, de natuur en het leven op zich. Het feit dat wij uit niets ontstaan zijn verwondert mij nog steeds in alle opzichten.

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de motivatie voor
Daan Roosegaarde? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Slimmer zijn dan technologie.
B
Het publiek meer betrekken bij het kunstwerk.
C
Nadenken over hoe de toekomst eruit moet gaan zien.
D
Laten zien dat bloemen van metaal mooier zijn dan echte bloemen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil Calder laten zien?
A
De kracht van de wind aantonen
B
Stilstand is achteruitgang
C
De schoonheid van bewegen tonen
D
Hommage aan de humor

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alexander Calder
Eerste studie: werktuigbouwkunde. Daarom is techniek te zien in zijn kunst want alles beweegt
Hij wordt wereldberoemd met zijn open draadsculpturen en mobiles
  • Vormen zijn organisch. Ze zijn dus niet geometrisch (meetkundig) maar ze zijn natuurlijk.
  • Kleuren zijn primair. Primaire kleuren zijn rood, blauw en geel.
  • De mobiles lijken te zweven.

Slide 25 - Tekstslide

Alexander Calder (1898–1976) studeert eerst werktuigbouwkunde voor hij naar de kunstacademie gaat. Deze technische achtergrond speelt een belangrijke rol in zijn kunst; alles wat hij maakt beweegt. Dit noemen we kinetische kunst. Calder wordt wereldberoemd met zijn open draadsculpturen en mobiles. In zijn werken gebruikt hij organische vormen. Het maakte hem tot een van de belangrijkste grondleggers van de moderne kunst.
Wat hoort bij Calder?
Wat hoort niet bij Calder?

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinetische kunst werkt met:

  • Natuurkrachten zoals wind en water
  • Mechanische krachten zoals motoren of magneten
  • Krachten die door de mens zelf worden ingebracht
  • Nieuwe technologieën (b.v. computer gestuurde sensoren)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door middel van welke verschillende krachten bewogen de kunstwerken die je hebt gezien?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinetische kunst toen en nu
  1. Marcel Duchamps maakte de eerste bewegende sculptuur.
  2. Jean Tingely maakte bewegende beelden van metaal. 
  3. Joost Conijn bouwt vliegtuigen en andere voertuigen. 
  4. Theo Janssen laat zijn strandbeelden lopen in de wind . 
  5. Daan Roosegaarde zorgt met moderne technologie dat het publiek iets in beweging kan zetten.
  6.  Alexander Calder maakt mobiles die zachtjes bewegen op de wind.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theo Jansen
Jean Tinguely
Alexander Calder
  Kinetische kunst

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de kunstwerken die je hebt gezien,
sprak je het meest aan en waarom?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
1. Vrij schilderen op muziek. De docent zet muziek aan. Je maakt er op gevoel een schilderij bij
2. Als het schilderij droog is, knip je er vormen uit
3. Maak opdracht 2

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Maak een Calder kunstwerk.
met behulp van ijzerdraad, klei als voet en je zelf geschilderde vormen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies