Assertiviteit

Assertiviteit
Dian Guijken & Esther Brands
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Communication & multimedia designHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 97 min

Onderdelen in deze les

Assertiviteit
Dian Guijken & Esther Brands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismaking
  • Voorstellen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Hoofddoel: 
  • Beter worden in de assertieve communicatie
Subdoelen:
  • Verschillende soorten assertiviteit kunnen benoemen.
  • De verschillen tussen verbale en non-verbale assertieve communicatie uitleggen.
  • In een praktijksituatie zowel verbaal als non-verbaal kunnen communiceren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit soorten - Weten
  • Doel
  • Opdracht
  • Procedure

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten assertiviteit

  • Assertief
  • Sub assertief
  • Agressief

Waar val jij onder?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hand-out soorten assertiviteit
  • Voordelen 
  • Nadelen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assertief communiceren -Weten
  • Doel
  • Opdracht
  • Procedure

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit non-verbaal- Weten
  • Oogcontact
  • Lichaamshouding
  • Gezichtsuitdrukking
  • Handen

Slide 9 - Tekstslide

Bij de non-verbale communicatie zijn er verschillende onderdelen die hierbij helpend zijn om assertiever over te komen. Bij het overbrengen van een boodschap is het belangrijk om oogcontact te maken, een correcte lichaamshouding te hebben en je gezichtsuitdrukking overeen te laten komen met je boodschap. Door het maken van oogcontact en het hebben van een goede lichaamshouding wordt er zelfverzekerdheid uitgestraald en nodig je iemand onbewust uit om beter te luisteren (assertief.nl, 2012). Een goede lichaamshouding is dat je rechtop zit of staat en hierbij je hoofd ook recht houdt (J. Sutton, 2023).
Ook je gezichtsuitdrukking is ondersteunend om je boodschap krachtig te laten overkomen. Het is hierbij van belang dat je gezichtsuitdrukking overeenkomt met je boodschap, omdat deze vaak terug te horen is in je stem. Als laatste onderdeel kunnen gebaren ook helpend zijn tijdens het spreken. Door gebruik te maken van je handen tijdens het praten met je handpalmen naar boven creëer je een open indruk (assertief.nl, 2012).

Assertiviteit Verbaal - Weten
  • Duidelijk zijn
  • Ik-vorm
  • Voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld:
Wanneer jij een afspraak afzegt, dan heb ik geen ruimte om met jou in gesprek te gaan. Het voelt voor mij alsof je het belang van het gesprek niet ziet en mijn klachten niet serieus neemt. Ik wil samen een nieuwe afspraak plannen.
Assertiviteit - Snappen
  • https://www.youtube.com/watch?v=qJNPPKWRvrA
  • Wat valt op?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit - Kunnen
  • Doel 
  • Opdracht
  • Procedure

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een situatie waarbij het nodig was om assertief te reageren

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Assertiviteit - Kunnen
Stap 1: Bedenk een praktijksituatie waarbij je je niet zeker voelde in je assertieve communicatie.

Stap 2: Daarna is het de bedoeling dat er groepjes worden gevormd van drie, waarbij de rollen van observant, casus aandrager en iemand die  assertief  (non-verbaal en verbaal) hierop reageert.

Stap 3: Daarna is het de bedoeling dat er gerouleerd wordt tussen de groepjes zodat iedereen aanbod komt met een eigen praktijksituatie.

Stap 4: Elke ronde zal ongeveer vijf minuten duren, daarna zal er worden gerouleerd.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je assertief bent...
A
Geef je je grenzen niet aan.
B
Denk je alleen aan de ander.
C
Denk je alleen aan jezelf.
D
Denk je aan jezelf en de ander.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Je staat in de rij bij de supermarkt en iemand dringt voor. Niet fijn, want je hebt haast! Wat is een assertieve reactie?
A
Je baalt, maar zegt niks.
B
Je wordt heel boos en begint te schreeuwen.
C
Je zegt op een nette manier dat jij ook in de rij stond.
D
Je begint met andere klanten te praten over asociale gedrag.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Je werkgever vraagt of je kan werken vanavond. Eigenlijk ben je erg moe en wil je niet. Wat is subassertieve reactie?
A
Je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
B
Je zegt 'haha bekijk het maar
C
Je gaat alsnog werken, want je bent bang voor zijn reactie.
D
Je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is NIET belangrijk bij de non-verbaal assertieve communicatie
A
Oogcontact
B
Recht op staan / zitten
C
Gezichtsuitdrukking
D
Veel wegkijken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Samenvatting
  • Doelen
  • Resultaten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting - vervolgstappen
  • VG

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik en Feedback

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies