Herhalen H3 grammatica

Vandaag:
Rückblick:
Kapitel 2
Ziele:
Ik ken de grammatica van H3
Aufgaben:
-
Kontrolle:
Samen de les afsluiten.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag:
Rückblick:
Kapitel 2
Ziele:
Ik ken de grammatica van H3
Aufgaben:
-
Kontrolle:
Samen de les afsluiten.

Slide 1 - Tekstslide

Uiterlijk 17u;
Inleveren portfolio: toevoegen opdracht 59

via de ELO. Uitleg vind je daar ook nog een keer. 

Slide 2 - Tekstslide

Toetsing:
1. Donderdag 11 februari: luistertoets H3 
(leren woordjes les 3+6)

2. Maandag 15 februari: SO grammatica H3
(leren alle grammatica H3)

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica A: 
Het persoonlijk voornaamwoord (blz. 58) 
Persoonlijk voornaamwoord:
ich
du 
er/sie/es
wir
ihr
sie
Sie

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica A: 
Het persoonlijk voornaamwoord (blz. 58) 
Persoonlijk voornaamwoord: vervangen

mannelijke woorden --> er
vrouwelijke woorden --> sie
Onzijdige woorden --> es
meervoud --> sie

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Piet wohnt in Madrid

Vervangen: er wohnt in Madrid

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Lisa wohnt in Madrid

Vervangen: sie wohnt in Madrid

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Das Buch ist alt.

Vervangen: es ist alt. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Tom und Lisa sind in Amsterdam.

Vervangen: sie sind in Amsterdam 

Slide 9 - Tekstslide

Vervang het zelfstandig naamwoord:
Eine Frau steht da.
A
er
B
sie
C
es

Slide 10 - Quizvraag

Vervang het zelfstandig naamwoord:
Ich lese ein Buch.
A
er
B
sie
C
es

Slide 11 - Quizvraag

Regel: rangtelwoorden Duits
* Tot en met 19 zet je -te achter het uitgeschreven getal, 
      bijv.: vierte
* Vanaf 20 zet je -ste achter het uitgeschreven getal,
      bijv.: einundzwanzigste
* Uitzonderingen:
      erste        siebte
      dritte       achte

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vertaal je:
vijfde
A
fünfste
B
funfste
C
funfte
D
fünfte

Slide 13 - Quizvraag

Hoe vertaal je:
dertigste
A
dreißigste
B
dreizigte
C
dreizigste
D
dreißigte

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vertaal je:
zestiende
A
sechszehnte
B
sechzehnte
C
sechszehnste
D
sechzehnste

Slide 15 - Quizvraag

Let op: aanvulling
Nederlands = De derde speler is aan de beurt.
(je zet een -e achter het getal)

Duits = De 3. speler is aan de beurt.
(je zet een punt ipv een -e)
Voorbeeld:
Der 2. Spieler (der zweite Spieler)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre
B
Tante
C
23 Jahre
D
alt

Slide 17 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
Regels: 
1. Vertaal het bez. vnw
2. Kijk welk woord achter het bez. vnw staat.
3. Is het mannelijk/onzijdig? 
--> bez. vnw blijft gelijk.
4. Is het vrouwelijk/meervoud?
--> bez. vnw +e
mijn
mein(e)
jouw
dein(e)
zijn
sein(e)
haar
ihr(e)
onze
unser(e)
jullie
euer(e)
hun
ihr(e)
uw
Ihr(e)

Slide 18 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord:
Regels: 
1. Vertaal het bez. vnw
2. Kijk welk woord achter het bez. vnw staat.
3. Is het mannelijk/onzijdig? 
--> bez. vnw blijft gelijk.
4. Is het vrouwelijk/meervoud?
--> bez. vnw +e
(jouw) Opa ist alt.

Slide 19 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord:
Regels: 
1. Vertaal het bez. vnw
2. Kijk welk woord achter het bez. vnw staat.
3. Is het mannelijk/onzijdig? 
--> bez. vnw blijft gelijk.
4. Is het vrouwelijk/meervoud?
--> bez. vnw +e
(onze) Lehrerinnen sind nett.

Slide 20 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord:

Katrin ist (onze) Tochter 



mijn
mein(e)
jouw
dein(e)
zijn
sein(e)
haar
ihr(e)
onze
unser(e)
jullie
euer(e)
hun
ihr(e)
uw
Ihr(e)

Slide 21 - Tekstslide

Was ist ...............(jouw) Name (m)?
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine

Slide 22 - Quizvraag

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 23 - Quizvraag

Dit ken ik WEL/NIET van de grammatica H3

Slide 24 - Open vraag