Present Simple vs Present Continuous - 1

The present simple vs present conintuous
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

The present simple vs present conintuous

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vaak speel jij voetbal?
A
How often do you play football?
B
How often does you play football?
C
How often does you plays football?
D
How often do you plays football?

Slide 2 - Quizvraag

Mijn vader werkt voor Shell.
A
My dad work for Shell.
B
My dad works for Shell.
C
My dad is working for Shell.
D
My dad working for Shell.

Slide 3 - Quizvraag

Ik ben naar muziek aan het luisteren.
A
I listen to music.
B
I listens to music.
C
I am listening to music.
D
I listening to music

Slide 4 - Quizvraag

Is jouw zus aan het zingen?
A
Does your sister sing?
B
Do your sister sing?
C
Singing your sister?
D
Is your sister singing?

Slide 5 - Quizvraag

The Present Simple
(+) I/you/we/they + hele ww 
I work
(+) he/she/it + hele ww +s / +es 
she works
(-) I/you/we/they + don't + hele ww
you don't work
(-) he/she/it + doesn't + hele ww
he doesn't work
(?) Do + I/you/we/they + hele ww
Do you work?
(?) Does + he/she/it + hele ww
Does she work?

Voor feiten, regelmaat, gewoontes
The Present Continuous
(+) OW + am/is/are + hele ww + ing
I am working
(-) OW + am/is/are + not + hele ww + ing
he isn't working
(?) am/is/are + OW + hele ww + ing
Are they working?

Voor dingen die nu bezig zijn
Voor het aangeven van irritatie
voor tijdelijke situaties

Slide 6 - Tekstslide

You always (to work) on Sundays.
A
gewoonte
B
feit
C
nu bezig

Slide 7 - Quizvraag

You always (to work) on Sunday.
A
work
B
are working
C
works
D
is working

Slide 8 - Quizvraag

Quiet! My sister (to sleep)
A
nu bezig
B
feit
C
gewoonte

Slide 9 - Quizvraag

Quiet! My sister (to sleep)
A
is sleeping
B
sleeping
C
sleeps
D
sleep

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht 1
Zet het werkwoord in de juiste vorm
Typ de hele zin
Let op leestekens

Slide 11 - Tekstslide

Listen very well, the baby (to snore).

Slide 12 - Open vraag

My dad (to drink) beer on Sunday.

Slide 13 - Open vraag

My brother (to play) football at the moment.

Slide 14 - Open vraag

(you / to go) to Egypt next year?

Slide 15 - Open vraag

Your sister (to cry), what did you do?

Slide 16 - Open vraag

The teacher often (to listen) to music.

Slide 17 - Open vraag

That boy always (to annoy) me!

Slide 18 - Open vraag

I (not - to listen) to boring people.

Slide 19 - Open vraag

Donald Trump (to be) a horrible person.

Slide 20 - Open vraag

Opdracht 2
Maak de opdrachten op website op de volgende pagina

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Opdracht 3
Vertaal de zinnen naar het Engels. Gebruik de present simple of present continuous.

Slide 23 - Tekstslide

De jongens spelen morgen een wedstrijd tegen Ajax.

Slide 24 - Open vraag

Timmy kookt op zondag altijd voor zijn familie.

Slide 25 - Open vraag

Ga jij morgen naar het concert?

Slide 26 - Open vraag

Ga jij op zondag altijd naar de kerk?

Slide 27 - Open vraag

Jeremy maakt nooit zijn huiswerk.

Slide 28 - Open vraag