quiz KNM thema 2 - Nederlandse gewoonten

quiz  thema - Nederlandse gewoonten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
KNMNT2ISK

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

quiz  thema - Nederlandse gewoonten

Slide 1 - Tekstslide

Je buurman speelt harde muziek om 12 uur 's nachts. Je kan niet slapen.
Dit heet:
A
klagen
B
de overlast

Slide 2 - Quizvraag

Waarom vieren we feest op 5 mei?
A
De koning is jarig
B
het is Pasen
C
We vieren het einde van de Tweede Wereldoorlog

Slide 3 - Quizvraag

Waar legt de koning een krans op 4 mei?
A
in Den Haag
B
in Amsterdam

Slide 4 - Quizvraag

OP 4 mei zijn we 2 minuten stil. Hoe heet deze dag?
A
Bevrijdingsdag
B
Hemelvaart
C
Dodenherdenking
D
Pinksteren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen christelijke feestdag?
A
Pasen
B
Sinterklaas
C
Hemelvaart
D
Pinksteren

Slide 6 - Quizvraag

Het Wilhelmus is het volkslied van Nederland.

Over wie gaat dit lied?
A
Koning Willem I
B
Koning Willem Alexander
C
Willem van Oranje
D
Koningin Wilhelmina

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel coupletten heeft het Wilhelmus?
A
1
B
3
C
15
D
18

Slide 8 - Quizvraag

Je buren gaan trouwen. je bent uitgenodigd voor de receptie.

Wat doe je daar?
A
Je eet samen een maaltijd.
B
Je feliciteert en geeft een cadeau.
C
Je zit in de kerk.
D
Je bent in het gemeentehuis.

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer ga je op kraambezoek?
A
Als iemand net getrouwd is.
B
Als er een baby is geboren.
C
Als iemand jarig is.
D
Als iemand is overleden.

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer stuur je een rouwkaart?
A
Als iemand gaat trouwen.
B
Als iemand is overleden.

Slide 11 - Quizvraag

Je wordt lid van een zangvereniging. Wat betaal je?
A
een abonnement
B
de contributie

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor 'vereniging'?
A
sport
B
club
C
activiteit

Slide 13 - Quizvraag

De mensen die alles regelen en organiseren voor een vereniging noem je:
A
de baas
B
de manager
C
het bestuur
D
de leiding

Slide 14 - Quizvraag

'mannen en vrouwen zijn gelijk'.
Dat betekent:
A
Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten. Dit staat in de grondwet.
B
Mannen en vrouwen zijn hetzelfde.
C
Mannen en vrouwen zijn verschillend.
D
De verschillen tussen mannen en vrouwen staan in de grondwet.

Slide 15 - Quizvraag


Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag

Blijven eten bij kennissen. Het ging niet door.

Ik zou blijven eten bij kennissen maar ze moesten ineens weg.

Slide 18 - Tekstslide

De brandweer bellen.
Het hoefde niet meer

Slide 19 - Open vraag

Op bezoek gaan bij familie ging niet door.

Slide 20 - Open vraag

Logeren bij familie ging niet door.

Slide 21 - Open vraag

Samenwonen met mijn vriendin ging niet door.

Slide 22 - Open vraag

Een opdracht of advies geven.
Naar de dokter gaan.
Ga vanmiddag naar de dokter

Slide 23 - Tekstslide

De opdracht geven een onveilige situatie te melden bij de politie.

Slide 24 - Open vraag

Geef het advies mooie kleding aan te doen naar.....

Slide 25 - Open vraag

Adviseer je vriend zijn zoon een .... te geven.

Slide 26 - Open vraag

Verzoek het alarmnummer 112 te bellen want....

Slide 27 - Open vraag