H8 BOA

De raadsman heeft vrije toegang tot de verdachte. De enige 2 beperkingen zijn dat het alleen mag plaatsvinden onder het vereiste toezicht en binnen het huishoudelijk reglement.
A
Juist.
B
Onjuist.
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De raadsman heeft vrije toegang tot de verdachte. De enige 2 beperkingen zijn dat het alleen mag plaatsvinden onder het vereiste toezicht en binnen het huishoudelijk reglement.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 1 - Quizvraag

Welke rechten hebben ouders met betrekking tot de vrije toegang tot de minderjarige verdachte?
A
Alleen toegang voorafgaand aan het eerste verhoor.
B
Toegang tot het eerste verhoor en het verhoor bij de Rechter-Commissaris.
C
Zelfde rechten als de raadsman.

Slide 2 - Quizvraag

Kan er inbreuk op het vrije verkeer tussen verdachte en raadsman worden gemaakt?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 3 - Quizvraag

Wie beoordeelt of een advocaat tijdelijk geen contact met de verdachte mag hebben?
A
De Rechter-Commissaris.
B
De OvJ.
C
De rechtbank.

Slide 4 - Quizvraag

Voor hoeveel dagen mag een advocaat in eerste instantie van een zaak (verdachte) worden gehaald?
A
6 dagen.
B
7 dagen.
C
8 dagen.
D
9 dagen.

Slide 5 - Quizvraag

Kan een ouder ook de toegang tot een minderjarige verdachte worden ontzegd?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 6 - Quizvraag

Processtukken zijn alleen die stukken die noodzakelijk zijn om aan te tonen dat de verdachte het feit heeft begaan.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 7 - Quizvraag

Kan de OvJ stukken uit de processtukken laten?
A
Ja.
B
Ja, met machtiging van de Rechter-Commissaris.
C
Nee, dit kan alleen de rechter tijdens de terechtzitting.

Slide 8 - Quizvraag

Als de OvJ stukken uit de processtukken laat, zijn deze stukken geen bewijsstukken meer.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 9 - Quizvraag

Welke van de onderstaande zaken zijn redenen om stukken uit de processtukken te laten (meerdere antwoorden KUNNEN goed zijn)?
A
Ernstige overlast voor getuige, of belemmering ambtsuitoefening/beroep.
B
Zwaarwegend opsporingsbelang wordt geschaad.
C
Het belang van de staatsveiligheid wordt geschaad.

Slide 10 - Quizvraag

Een verdachte heeft altijd recht om kennis te nemen van de processtukken.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 11 - Quizvraag

In welke van de onderstaande gevallen kan de kennisname van de processtukken de verdachte tijdelijk worden onthouden (meerdere antwoorden KUNNEN goed zijn)?
A
Alleen voor afronding van het onderzoek (inzetten vervolging).
B
In het belang van het onderzoek.
C
Tot aan de terechtzitting.
D
Alle stukken behalve de eigen verhoren, verhoren waar hij aanwezig kon zijn en geciteerde processen-verbaal.

Slide 12 - Quizvraag

Indien een verdachte recht heeft op kennisname van de processtukken heeft hij ook altijd recht op een afschrift van deze stukken.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 13 - Quizvraag

In welke van de onderstaande gevallen kan een afschrift voor de verdachte worden geweigerd (er zijn meerdere antwoorden goed)?
A
De bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
B
De opsporing en vervolging van (andere) strafbare feiten.
C
Onderzoeksbelang.
D
Op zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend.

Slide 14 - Quizvraag