Belastingen

Belastingen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Belastingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1.  Je weet wat belastingen zijn.
2. Je weet waarom de belasting er is.
3. Je weet waar je recht op hebt en hoe je dit kan checken.

Slide 2 - Tekstslide

Welke belastingen ken je?

Slide 3 - Open vraag

Wat is BELASTING?
Belasting is het geld wat bedrijven en inwoners van een land, bijv. Nederland, vanaf hun 18e verjaardag moeten betalen op bv. inkomen en bezittingen aan de overheid van hun land​

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waarom belasting?
Van belastingsgeld onderhoudt een land bijvoorbeeld het leger (defensie), betaalt het de ambtenaren (ministers, regering, burgemeesters, wethouders, agenten), en betaalt het de kosten van ziekenhuizen, het aanleggen van wegen en betaalt het pensioenen en AOW. Behalve Btw, dat betaal jij als kind ook op bv. speelgoed dat je koopt.​


Met dat geld betalen we alle dingen die nodig zijn in een land. Wegen bijvoorbeeld, maar ook ziekenhuizen en scholen. De brandweer en de politie krijgen uit de belastingopbrengst betaald. En de mensen in ons land die geen geld hebben, hebben ook geld nodig om te wonen en te eten.​

Belasting kan ook worden geheven als instrument, bijvoorbeeld accijns op tabak om roken te ontmoedigen.​




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Twee vormen van belastingen
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de
Belastingdienst

Indirecte belastingen zijn verwerkt in de prijs van dingen die je koopt

Slide 9 - Tekstslide

Je koopt een spijkerbroek. Je betaalt 55 Euro. Welke belasting op dit bedrag gaat naar de Belastingdienst?
A
Accijns
B
BTW
C
Loonbelasting
D
Invoerrechten

Slide 10 - Quizvraag

Je koopt een smartphone die alleen in de VS te koop is bij Amazon.com Wat betaal je naast de BTW nog meer?
A
Accijns
B
Extra BTW
C
Invoerrechten
D
Loonbelasting

Slide 11 - Quizvraag

Directe belastingen:

Loonbelasting
Inkomstenbelasting
Erfbelasting
Kansspelbelasting
etc.
Indirecte belastingen:

BTW
Accijnzen
Milieuheffing (Ecotaks)
Invoerrechten
etc.

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen
  • Directe belasting: zijn belastingen die door overheden op directe wijze worden geheven
  • Indirecte belasting : Zijn belastingen op goederen en diensten, zoals omzetbelasting, accijnzen en invoerheffingen
  • Btw (belasting toegevoegde waarde): Belasting die betaald wordt bij de aankoop van goederen en diensten
  • Accijns : belasting waarmee de overheid de consumptie van goederen afremt.     
  •   

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Korting op je belasting
De meeste belastingbetalers krijgen een algemene heffingskorting en een arbeidskorting.
Met de algemene heffingskorting wil de overheid voorkomen dat mensen met een heel klein inkomen belasting moeten betalen. Met de arbeidskorting wil de overheid werken extra aantrekkelijk maken, want alleen als je werkt krijg je deze belastingkorting.

Slide 15 - Tekstslide

Solidariteit
De overheid wil de welvaart herverdelen. Sterkten helpen de zwakken. Mensen met een hoger inkomen dragen meer bij dan mensen met een laag inkomen of uitkering

Slide 16 - Tekstslide

Brutoloon


Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

BTW - welke tarieven zijn er?

Slide 19 - Tekstslide

 BTW- tarieven
Op de meeste producten en diensten zit het hoge BTW tarief: 21%

Op andere producten zit het lage BTW tarief 9%
Luxe behoeften


Noodzakelijke behoeften

Slide 20 - Tekstslide

Waarom heft de overheid belasting op alcohol?

Slide 21 - Open vraag

Zwart werken: moet kunnen?

Slide 22 - Woordweb

Zwart werken
Risico’s.  Je bent als zwartwerker niet verzekerd. Krijg je een ongeluk tijdens het werk, of veroorzaak je schade, dan moet dit uit eigen zak betaald worden. Daarnaast bouw je geen rechten op voor een uitkering.  Als je je baan verliest of ziek wordt, moet je die kosten dus ook zelf betalen. Ook bouw je geen vakantiegeld, eindejaarsuitkering en pensioen op en heb je geen ontslagbescherming.

Slide 23 - Tekstslide

Toeslagen
huurtoeslag
zorgtoeslag
kindgebonden budget
kinderopvangtoeslag
energietoeslag
Daarnaast is er kinderbijslag
(= geen toeslag)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Energietoeslag
Energietoeslag is tijdelijk ingevoerd van 1300 Euro voor Nederlanders met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum.
Sociaal minimum voor iemand van 21 jaar en ouder is  (bijna) 
bruto 1400 Euro


Slide 27 - Tekstslide