H8P3 'Democratisering van Nederland'

Democratisering in Nederland 

H8P2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Democratisering in Nederland 

H8P2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

1. Je kunt aan het eind van de les verklaren waarom de democratisering juist in de 19e eeuw tot stand kwam. 

2. Je kunt aan het eind van de les benoemen waarom de confessionelen en socialisten emancipatiebewegingen waren in de politiek. 

3. Je kunt aan het eind van de les in eigen woorden omschrijven hoe het democratiseringsproces in Nederland is verlopen.

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw van de les

1. Terugblik (wat was er ook alweer gebeurd)
2. Liberalen
3. Emancipatie bewegingen
4. Democratisering in Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Congres van Wenen

- Congres van Wenen (1815) 

- Koningen (weer) aan de macht
(Willem I in Nederland)

- Ideeën Franse revolutie zoveel 
mogelijk terug gedraaid 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zag de samenleving eruit begin 19e eeuw?

Hoe zag de samenleving eruit begin 19e eeuw?

- Industrieële revolutie

- Industrieel kapitalisme

- Sociale kwestie 



Slide 5 - Tekstslide

Liberalen

- Liberalen zijn mensen die de ideeën van de Franse revolutie willen verdedigen.


- De groep liberalen bestaat voornamelijk uit de rijke eigenaren van de fabrieken. De fabriekseigenaren zijn wel rijk maar hebben geen politieke inspraak.

Slide 6 - Tekstslide

Wat vonden de liberalen? 
1. Burgelijke en economische vrijheden: de regering moest zich zo min mogelijk met de burgers en economie bemoeien. 

2. Politieke inspraak voor het volk: De meest succesvolle mensen uit de samenleving moesten mee regeren. 


Wat doet een liberale regering dan wel? 
Een idealen regering voor de liberalen zorgt voor de veiligheid van het land en beschermt dus de vrijheden van zijn burgers. Een bijnaam voor zo'n soort regering is een 'nachtwakersstaat'. De staat zorgt ervoor dat iedereen veilig en vrij is, verder bemoeit het zich zo min mogelijk met de bevolking. 

Slide 7 - Tekstslide

Liberalen
- Koning Willem I had nog altijd alle macht in Nederland.
 

- Revolutie jaar 1848.


- Thorbecke schrijft liberale grondwet van Nederland.


- Censuskiesrecht (het succesvolste deel van de bevolking volgens de liberalen).

Slide 8 - Tekstslide

Maak opdracht 2a (bladzijde 154)

Slide 9 - Open vraag

Maak opdracht 2b (bladzijde 154)

Slide 10 - Open vraag

Maak opdracht 2c (bladzijde 154)

Slide 11 - Open vraag

Emancipatie bewegingen in de politiek
- Parlement in Nederland bestond uit de rijkste 10 procent van de mannelijke burgers. 

- Het parlement van Nederland was zo dus gevuld met liberalen. 

- Dit had nadelen voor twee andere groepen in de bevolking. 
1. Socialisten
2. Confessionelen

- Emancipatie: het proberen te verwerven van een volwaardige rol in de samenleving vanuit een achtergeslelde postitie.  

Slide 12 - Tekstslide

Socialisten

- Zijn tegen ongelijkheid en willen de plaats van de arbeiders in de maatschappij verbeteren.

- Sociale kwestie.


- De liberalen willen dat de regering zich zo min 
mogelijk met de bevolking en economie bemoeit.



Slide 13 - Tekstslide

Confessionelen
- Politieke stroming waarvan de aanhangers hun poltieke doelen baseren op hun geloof.

- In Nederland bestond in de 19e eeuw de confessionele groep uit twee soorten geloof. De protestanten en de katholieken

- Gezamelijk doel: Schoolstrijd.

- Openbaar of bijzonder onderwijs.

Slide 14 - Tekstslide

Politieke emancipatie
Er zijn dus vier politieke stromingen(groepen) geweest die probeerde hun rol in de samenleving te verbteren.

1. Liberalen
2. Socialisten
3. & 4. Protestanten en katholieken (samen confessionelen) 

Slide 15 - Tekstslide

Geef aan voor de Liberalen welke

1. doelen zij nastreefde
2. Of die doelen behaald zijn en waarom jij dat vindt

Slide 16 - Open vraag

Geef aan voor de Socialisten welke

1. doelen zij nastreefde
2. Of die doelen behaald zijn en waarom jij dat vindt

Slide 17 - Open vraag

Geef aan voor de katholieken welke

1. doelen zij nastreefde
2. Of die doelen behaald zijn en waarom jij dat vindt

Slide 18 - Open vraag

Geef aan voor de protestant welke

1. doelen zij nastreefde
2. Of die doelen behaald zijn en waarom jij dat vindt

Slide 19 - Open vraag

Democratisering

- bijna de gehele 19e eeuw bleef het censuskiesrecht gelden. 

- Dit betekende dat nog altijd de liberalen het voor het zeggen hadden in het Nederlandse parlement. 

- Nederland was op dit moment wel een democratie (want er was een gekozen regering). Maar hoe democratisch was Nederland nu eigenlijk want het was maar een klein deel van de bevolking dat kon/mocht stemmen?



Slide 20 - Tekstslide

Democratisering

- Er was een sterke roep om een uitbereiding van het kiesrecht. 

- Ook sommigen liberalen raakte overtuigd dat dit goed zou zijn

- 1887 werd het kiesrecht uitgebereid op basis van 'kentekenen van geschiktheid'.

- Arbeiders en vrouwen vielen buiten deze 'kentekenen van geschikheid'? 

Slide 21 - Tekstslide

Feminisme
- Het kiesrecht was wel uitgebreid maar vrouwen waren tot nu toe nog nooit in aanmerking gekomen om te stemmen of gekozen te worden. 

- Feminisme: aan het eind van de 19e eeuw gaan steeds meer vrouwen zich verenigen om te vechten voor kiesrecht. ook dit wordt gezien als een emancipatie beweging

Slide 22 - Tekstslide

Algemeen kiesrecht
- Eerste wereldoorlog 1914 -1918

- De confessionelen willen eigenlijk geen algemeen kiesrecht
- De socialisten willen eigenlijk geen gesubsideerd bijzonder onderwijs. 

- Beide gaan samenwerken en steunen elkaar toch om sterker te staan tegen de liberalen

- 1917: algemeen kiesrecht voor mannen en schoolstrijd opgelost
- 1919: vrouwen mogen ook kiezen en gekozen worden. 

Slide 23 - Tekstslide

Maak opdracht 6a (bladzijde 155)

Slide 24 - Open vraag

Maak opdracht 6b (bladzijde 155)

Slide 25 - Open vraag

Maak opdracht 6c (bladzijde 155)

Slide 26 - Open vraag

Maak opdracht 6d (bladzijde 155)

Slide 27 - Open vraag

Zowel de liberalen als de socialisten willen het beste voor het volk. Beide zijn echter van mening dat dat op een andere manier het beste kan. Geef voor beide (socialisten en liberalen) een argument vóór en een argument tegen.
kortom: geef voor beide aan waarom je er wel en waarom je er niet op zou stemmen.

Slide 28 - Open vraag

Check de lesdoelen

1. Je kunt aan het eind van de les verklaren waarom de democratisering juist in de 19e eeuw tot stand kwam. 

2. Je kunt aan het eind van de les benoemen waarom de confessionelen en socialisten emancipatiebewegingen waren in de politiek. 

3. Je kunt aan het eind van de les in eigen woorden omschrijven hoe het democratiseringsproces in Nederland is verlopen.

Slide 29 - Tekstslide

Goed gewerkt!

Slide 30 - Tekstslide