§2.2 Wonen en werken in Nederland en Duitsland

Hoofdstuk 2: 
Bevolking en ruimte
§2.2 Wonen en werken in Nederland en Duitsland
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: 
Bevolking en ruimte
§2.2 Wonen en werken in Nederland en Duitsland

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Bron 33

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Open vraag

Verstedelijking 
Urbanisatie
Suburbanisatie 
Trek vanuit stad naar omliggende platteland 
Groei van stedelijke gebieden in een land
Trek van platteland naar de stad 

Slide 6 - Sleepvraag

1950
1970 en later 
1960

Slide 7 - Sleepvraag

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 8 - Sleepvraag

Oost-Duitsland
  • vanaf jaren 1950: vooral eenvoudige betonnen flats

  • vanaf 1990: suburbanisatie 

  • val van de muur 9-11-1989


West Duitsland
  • vanaf jaren 1950: nieuwbouwwijken met flats

  • vanaf jaren 1970: wijken met eengezinswoningen

  • vanaf jaren 1960: suburbanisatie  


Wonen in Duitsland: Wederopbouw
Oost-Berlijn 1965
Plattenbau
West-Berlijn 1965

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe armer een land, hoe....
A
groter de primaire sector
B
kleiner de primaire sector
C
minder verschil is in de sectoren
D
hoe minder mensen in de landbouw werken

Slide 11 - Quizvraag

Secundaire sector
Tertiaire sector
Primaire sector

Slide 12 - Sleepvraag

Werken: Nederland vanaf 1950

  • Dienstensector is steeds
belangrijker geworden

  • Veel industriële bedrijven
moesten sluiten

  • Stedelijke gebieden hebben zich gespecialiseerd



Slide 13 - Tekstslide

Werken: Duitsland vanaf 1950

  • Dienstensector is steeds belangrijker geworden

  • Veel werkloosheid in oude industriegebieden
    - Ruhrgebied
    - voormalig Oost-Duitsland

  • Veel Oost-Duitse bedrijven moesten na de eenwording sluiten



Slide 14 - Tekstslide

Voorzieningen vanaf 1950
Nederland 
  • Steeds meer voorzieningen sinds 1950
  • Bevolking is gegroeid
  • Mensen verdienen meer geld
  • Sommige voorzieningen verdwijnen
Duitsland 
  • Ontwikkelingen zijn vergelijkbaar met Nederland
  • Minder voorzieningen in Oost-Duitsland dan in West-Duitsland
  • Veel voorzieningen op het platteland verdwijnen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Bron 33

Slide 18 - Tekstslide

UIt hoeveel sectoren bestaat de beroepsbevolking?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Welke sector is niet één van de officiële sectoren?
A
Primaire Sector
B
Secundaire Sector
C
Informele Sector
D
Tertiaire Sector

Slide 20 - Quizvraag

Onder welke sector valt deze varkensboer?
A
De primaire sector
B
De secundaire sector
C
De tertiare sector
D
Geen van alle sectoren

Slide 21 - Quizvraag

Welke van de vier sectoren
zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 22 - Quizvraag

Wat valt niet onder voorzieningen?
A
Winkels
B
Ziekenhuizen
C
Scholen
D
Woningen

Slide 23 - Quizvraag

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen stedelijk netwerk / stedelijk gebied?
A
Randstad
B
Twente
C
Brabantse stederij
D
Leeuwarden

Slide 25 - Quizvraag

Van vroeger naar nu:
A
urbanisatie - re-urbanisatie - suburbanisatie.
B
suburbanisatie - urbanisatie - re-urbanisatie
C
suburbanisatie - re-urbanisatie - urbanisatie
D
urbanisatie - suburbanisatie - re-urbanisatie

Slide 26 - Quizvraag

Verstedelijking = urbanisatie
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Suburbanisatie = verstedelijking
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quizvraag