Breuklijnen in de samenleving

1 / 61
volgende
Slide 1: Tekstslide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 61 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe hebben jullie de overgang van 2023 naar 2024 gevierd?

Slide 2 - Woordweb

Wat deed je zoal in de kerstvakantie?

Slide 3 - Open vraag

leukste kerstcadeau?

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn jouw voornemens voor 2024?

Slide 5 - Woordweb

Breuklijnen in de samenleving

Slide 6 - Tekstslide

Leerplandoelstellingen:
  • Je bespreekt de gevolgen van globalisering
  • Je herkent in concrete situaties factoren die sociale stratificatie in onze tijd bepalen
  • Je herkent breuklijnen in onze samenleving
  • Je toont de invloed aan van actuele maatschappelijke tendensen op sociale stratificatie

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht: krijg gelijk!

Slide 8 - Tekstslide

Google Classroom
Werkbundel: het debat

Slide 9 - Tekstslide

Intro: paperman (disney)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

  1. Beantwoord de vragen en lees de tekst over standpunt & stelling.
  2. Maak de oefening stelling/argumenten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Breuklijnen 

Slide 15 - Tekstslide

Breuklijnen
= verdeeldheid in de samenleving
  • komt voort vanuit conflicten
  • kunnen onze samenleving opsplitsen in wij/zij-groep

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht: politieke partijen
Maak in Google Classroom de opdracht van de politieke partijen.

Slide 17 - Tekstslide

Sociale stratificatie

Slide 18 - Tekstslide

SOCIALE STRATIFICATIE =
Groepen binnen de maatschappij worden in lagen ingedeeld. Tussen die lagen bestaat ongelijkheid. Er ontstaat bijgevolg een hiërarchie of maatschappelijke rangorde.

Slide 19 - Tekstslide

Standenmaatschappij evolueerde naar een meritocratie
= een samenleving waarin individuen een positie (=plaats) innemen op basis van hun eigen capaciteiten en kennis en niet via geboorte, ...

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Sociale mobiliteit
- = opklimmen op de sociale ladder
-  wordt niet enkel door opleiding en intelligentie bepaald maar ook door:
  • economisch kapitaal
  • cultureel kapitaal
  • sociaal kapitaal

Slide 22 - Tekstslide

Sociale stratificatie
  • = indelen van groepen mensen waardoor een ongelijke verhouding ontstaat
  • de samenleving wordt verdeeld in sociale klassen

Slide 23 - Tekstslide

op welke manier kan een persoon zich onderscheiden van klasse?

Slide 24 - Woordweb

Bekijk de afbeelding, de quizvraag staat op de slide na de afbeelding. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welke maatschappij zien we hier?

A
Standenmaatschappij
B
Klassenmaatschappij
C
Meritocratische samenleving (huidige maatschappij)

Slide 27 - Quizvraag

Welke maatschappij zien we hier?

A
Standenmaatschappij
B
Klassenmaatschappij
C
Meritocratische samenleving (huidige maatschappij)

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Welke maatschappij zien we hier?

A
Standenmaatschappij
B
Klassenmaatschappij
C
Meritocratische samenleving (huidige maatschappij)

Slide 30 - Quizvraag

Toepassing: sociale ongelijkheid
Maak in Google Classroom opdracht 4

Slide 31 - Tekstslide

Vandaag, binnen onze huidige maatschappij, bepaalt vooral ... tot welke 'klasse' iemand behoort.
A
het economische verschil
B
je afkomst
C
de sociaal-economische status (SES)

Slide 32 - Quizvraag

Begrippen mobiliteit:
Horizontale mobiliteit = binnen dezelfde sociale laag, dezelfde SES
Verticale mobiliteit = veranderen van sociale laag (stijgen of dalen), andere SES

Slide 33 - Tekstslide

Begrippen mobiliteit:
Intragenerationele mobiliteit = binnen je eigen leven (verticaal of horizontaal)
Intergenerationele mobiliteit = t.o.v. de vorige generatie (verticaal of horizontaal)

Slide 34 - Tekstslide

Socio-economische groepen
  • sociaal-economische status bepaald je positie op de welvaartsladder (SES)
  • factoren: inkomen, opleidingsniveau, buurt waar je woont, woning, ...
  • Op basis van die factoren kan je in maatschappij groepen maken.

Slide 35 - Tekstslide

Meritocratie
Meritocratie is een concept dat verwijst naar een samenleving waarin sociale status, privileges en kansen worden verdeeld op basis van individuele verdiensten, vaardigheden en prestaties. In het onderwijs houdt meritocratie in dat leerlingen/studenten beloond worden op basis van hun academische prestaties, inzet en talenten.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

breuklijnen

Slide 38 - Tekstslide

Wat zijn breuklijnen?
= ernstige conflicten tussen grote sociale groepen waarbij men andere ideeën heeft over de organisatie van de samenleving.
4 voorbeelden van breuklijnen:
  1. levensbeschouwelijke breuklijn
  2. sociaal economische breuklijn
  3. breuklijn tussen arm en rijk
  4. breuklijn tussen laaggeschoolden en hooggeschoolden

Slide 39 - Tekstslide

Breuklijn 1: levensbeschouwelijke breuklijn

-> scheiding tussen kerk en staat
-> gelovigen en niet-gelovigen staan tegenover elkaar (wij-zij verhaal)

Slide 40 - Tekstslide

Discussiepunten
We bespreken 2 discussiepunten tussen christenen en vrijzinningen in onze maatschappij.
Thema's: relaties, kinderen, onderwijs, levenseinde

Slide 41 - Tekstslide

Stille schrijfdiscussie

Slide 42 - Tekstslide

Breuklijn 2: sociaal - economische breuklijn
-> verschil tussen werknemers en werkgevers
-> vrouwen versus mannen
-> kinderarbeid
-> ontstaan van vakbonden

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Breuklijn 3: tussen arm en rijk
-> armoede is reeds decennia lang aanwezig
-> niet enkel in de derde wereld is er armoede maar ook in ons klein België
-> armoede is voor bepaalde gezinnen een vicieuze cirkel waar je moeilijk uitgeraakt
-> generatiearmoede: armoede generaties lang na elkaar

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Kringloop armoede 
  1. onderwijs
  2. inkomen en schulden
  3. huisvesting
  4. gezondheid
  5. gezin
  6. cultuur
  7. justitie 

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link

Breuklijn 4: laaggeschoold versus hooggeschoold

  • ASO, TSO, BSO
  • Hoge school versus universiteit

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Link

Globalisering?

Slide 51 - Woordweb

Slide 52 - Video

Globalisering
  • globalisering wil zeggen dat mensen wereldwijd steeds meer met elkaar in verbinding staan
  • gebeurtenissen, beslissingen en activiteiten aan één kant van de wereld hebben erg belangrijke gevolgen voor individuen en/of gemeenschappen aan een andere kant van de wereld

Slide 53 - Tekstslide

Globalisering
  • globalisering zorgt voor diversiteit
  • mensen van over de hele wereld gaan sociale, culturele en economische relaties met elkaar aan

Slide 54 - Tekstslide

Libalisering van de handel
-> Internationale samenwerkingen tussen bedrijven
-> Alle producten van allerlei merken kun je overal ter wereld kopen

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Tekstslide

Soorten globalisering
  • economisch
  • politiek
  • sociaal en cultureel 

Slide 59 - Tekstslide

Positieve gevolgen van globalisering:
  1. Wereldburgerschap
  2. Toenemende mobiliteit en betere  communicatiemogelijkheden
  3. Openstellen van de grenzen 
  4. Meer werkgelegenheid 

Slide 60 - Tekstslide

Negatieve gevolgen van globalisering:
  1. Herdefiniëren van de rol van de staat
  2. Impact op mensenrechten (winstbejag)
  3. Samenwerkingsverbanden (nationaal, regionaal & internationaal)
  4. éénzelfde cultuur
  5. Impact op het milieu 

Slide 61 - Tekstslide