H12 JIJ als consument --> les2

Voordat de les begint
timer
2:00
+
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voordat de les begint
timer
2:00
+

Slide 1 - Tekstslide

Lesley
24 mrt

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Weet je het nog:
begroting: inkomsten en uitgaven
administratie
noodzakelijke en niet-noodzakelijke uitgaven
sparen of lenen?
schuld, incassobureau, deurwaarder

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag
  • Aan het einde van de les weet je de hoogte van het minimumloon voor jouw leeftijd
  • Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen brutosalaris en nettosalaris
  • Aan het einde van de les heb je inzicht in toeslagen en uitkeringen voor mensen met weinig of geen inkomen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zie het filmpje...
Heb jij je ook wel eens afgevraagd, waar is het geld gebleven?

Wat is het verschil tussen bruto en netto salaris?

Slide 8 - Tekstslide

1

Slide 9 - Video

00:13
Wat wordt ingehouden van het bruto salaris?

Slide 10 - Open vraag

Heb je een bijbaantje?
Ontvang je een loonstrook?

Wat is bij jou afgehouden?

Slide 11 - Tekstslide

Uitkeringen vs Toeslagen

Slide 12 - Tekstslide

Wat houd je netto over?
Uitkeringen
  • Je krijgt geld van de belastingdienst (overheid) omdat je niet werkt
  • Bijstand, Werkeloosheidswet (WW), Ziektewet, Arbeidsongeschiktheid (WAO) en meer
  • Dit worden ook wel sociale verzekeringen genoemd

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Wat houd je netto over?
Toeslagen
  • Je krijgt geld van de overheid omdat je hier recht op hebt
  • Huurtoeslag, zorgtoeslag, kindertoeslag, algemene ouderdomswet (AOW = pensioen)
  • Hier betaalt iedere Nederlander voor. Dit noemen ze verzekeringspremies

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Wat is bijstand?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Zelfstandig werken
  • Wat?    Opdr 13, blz 246
                    Opdr 16 blz 247 --> b !!!!!
                    Opdr 18, blz 248


  •   Hoe?     Zelfstandig
  •   Tijd?      15 min
  •   Klaar?   Ga door met het huiswerk.
                      

                      
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Wie was de keeper op de dia in het begin van de les?
A
Loes Geurts
B
Angela Christ
C
Sari van Veenendaal
D
Sheila van den Bulk

Slide 21 - Quizvraag

Lesdoelen behaald?
  • Aan het einde van de les weet je de hoogte van het minimumloon voor jouw leeftijd
  • Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen brutosalaris en nettosalaris
  • Aan het einde van de les heb je inzicht in toeslagen en uitkeringen voor mensen met weinig of geen inkomen

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk (HW):
Opdrachten H12 les 2
Help Hind! (w7)
Portfolio opdracht Piramide van Maslow (w9)




Slide 23 - Tekstslide

€ 96,25          lesgeld MBO € 1155,00 per jaar
€ 366,-           huur
€ 161,-           boodschappen
€ 57,-             studieboeken
€ 55,-             vervoer (naast de OV-kaart)
€ 144,-           ontspanning, uitgaan en sport

€ 47,-             kleding en schoenen
€ 105,-           zorgverzekering
€ 26,-             telefoon
€ 1057,25     per maand

Uitgeven Cato

€ 137,67       lesgeld MBO 1239,- (9 mnd)

€ 58,-             studieboeken
€ 452,-           huur

€ 250,-           energierekening
€ 250,-           boodschappen
€ 55,-             vervoer (tanken, geen OV-kaart)

€ 160,-           zorgverzekering

€ 10,-             inboedelverzekering

€ 100,-           uitgaan
€ 26,-     +      telefoon abonnement

€ 1.498,67   per maand

Kan Cato dit betalen? Hoe krijg zij dit inkomen bij elkaar?

€ 137,67 DUO
€ 211,-    huurtoeslag
€ 154,85   zorgtoeslag
€ 503,52 per maand
Welke kosten zijn noodzakelijk en welke niet?

Slide 24 - Tekstslide

Maak het verhaal van Cato af:
  • DSV is aangesloten bij de FNV en heeft een eigen ???
  •  Volgends de CAO werkt ze 40 uur per week en krijgt minimaal €7,13 per uur. Dit is het ??? (loon).
  • Cato kreeg echter €900,- op haar bankrekening. Dit is haar ??? (loon).
  • Het is €348,- minder! Waar is het geld gebleven?  De werkgeren heeft het geld overgemaakt naar ???, ???, ???.
  • Cato wilt zelfstandig wonen. Zij gaat ??? aanvragen. 

Slide 25 - Tekstslide