Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Vind het werkwoord en het onderwerp in de zin!!!
werkwoorden en onderwerp
Vind het werkwoord en het onderwerp in de zin!!!
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
werkwoorden en onderwerp
Vind het werkwoord en het onderwerp in de zin!!!
Slide 1 - Tekstslide
In deze les leer je (weer):
1- Wat een werkwoord is.
2- Hoe je het werkwoord in de zin vinden kunt.
3- Hoe je het onderwerp in de zin vinden kunt.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een
werkwoord
?
Slide 3 - Tekstslide
Een aantal werkwoorden:
lopen, kijken, denken, slapen - iets dat je doet dus (ook als je het niet ziet zoals denken)
Slide 4 - Tekstslide
Een
werkwoord
in een zin
*past bij de persoon, het dier of het ding in de zin,
De hond
blaft.
De honden
blaffen.
De plant
staat
in de tuin.
De planten
staan
in de tuin.
STAAN, STAAT, BLAFT, BLAFFEN
zijn werkwoorden
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vind je het
werkwoord
in een zin?
A)Maak de zin vragend:
De kinderen
fietsen
naar school.
Fietsen
de kinderen naar school?
Je ziet; het werkwoord komt dan eerst!
Slide 6 - Tekstslide
Andere manier:
B) Verander hoeveel mensen, dieren of dingen er zijn in de zin:
De plant
staat
in de tuin.
De planten
staan
in de tuin.
Je ziet;
staat
wordt
staan
. Dit is het werkwoord in de zin!
Slide 7 - Tekstslide
C) wat ook helpt:
Als je de zin leest, vraag je aan jezelf; wat DOEN ze/wat DOET hij/zij?
BIJVOORBEELD:De jongens wassen de ramen.
WAT DOEN ZE????
WASSEN!
Slide 8 - Tekstslide
De zon schijnt in mijn ogen.
Wat is het werkwoord?
Slide 9 - Open vraag
Wie
Heeft de zin vragend gemaakt?
Heeft meervoud/enkelvoud gebruikt?
Heeft gevraagd wat doet hij/zij?
Slide 10 - Tekstslide
Hij komt morgen niet op dat feestje.
Wat is het werkwoord?
Slide 11 - Open vraag
Wie heeft gebruikt:
- Zin vragend maken?
- Meervoud maken?
-Gevraagd ;wie/wat doet het?
Slide 12 - Tekstslide
De schoonmaakster stofzuigt het kantoor.
Wat is het werkwoord?
Slide 13 - Open vraag
Wat heb jij gebruikt?
- Vraag maken?
- Meervoud?
Vragen wie/wat doet het?
Slide 14 - Tekstslide
De jongen heeft een grote mond. (maak de zin vragend)
Slide 15 - Open vraag
Deze lerares is vriendelijk.
(maak de zin vragend)
Slide 16 - Open vraag
Koos valt van zijn fiets.
(Wat is het werkwoord?)
Slide 17 - Open vraag
Vanavond eet jij patat.
(Wat is het werkwoord?)
Slide 18 - Open vraag
Weet je nog?
Als je een zin maakt
Gebruik je altijd :
1) persoon, ding, of dier
2) het werkwoord
3) extra informatie
Een 1-2-3 zin
Slide 19 - Tekstslide
Jullie maken ze heel vaak
Je gebruikt dan heel vaak 1-2-3
En 2 is dus het werkwoord.
Slide 20 - Tekstslide
DUS
JE
KUNT
HET!
(Wat is het werkwoord?
(vragend maken)
Kun
je het?
(meervoud maken) Jullie
kunnen
het.
Wat doe je/doen jullie? kunt/kunnen)
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Dan nu HET ONDERWERP in de zin...
Slide 23 - Tekstslide
De zon schijnt in mijn ogen.
Wie/wat schijnt?
Slide 24 - Open vraag
Hij komt morgen niet op dat feestje.
Wie komt morgen niet op dat feestje?
Slide 25 - Open vraag
De schoonmaakster stofzuigt het kantoor.
Wie stofzuigt?
Slide 26 - Open vraag
De jongen heeft een grote mond.
Wie heeft een grote mond?
Slide 27 - Open vraag
Het antwoord op de vraag:
Wie.....(het werkwoord) , dat is het ONDERWERP van de zin.
De hond slaapt - Wie slaapt? De hond.
Werkwoord= slaapt
Onderwerp = hond
Slide 28 - Tekstslide
Deze lerares is vriendelijk.
Werkwoord is...?Onderwerp is.....?
Slide 29 - Open vraag
Koos valt van zijn fiets.
Werkwoord=...? Onderwerp = ....?
Slide 30 - Open vraag
Vanavond eet jij patat.
Werkwoord =...? Onderwerp =...?
Slide 31 - Open vraag
weet je nu....
Wat een werkwoord is?
Op welke 3 manieren je het werkwoord kunt vinden?
Hoe je het onderwerp kunt vinden?
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Nederlands - grammatica
February 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Onderwerp en persoonsvorm
March 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L13 WERKEN MET DIE WOORDEN
May 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Lager onderwijs
persoonsvorm
October 2024
- Les met
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
persoonsvorm
March 2019
- Les met
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Nederlands B1: Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
August 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs