De Europese Unie

.
De Europese Unie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

.
De Europese Unie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij een paar landen die bij de Europese Unie horen? Sleep de punaises!

Op de volgende slide staan de antwoorden.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, 
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk,
 Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, 
Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden. 
27 
landen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie

Na deze les:

  • weet ik hoe de Europese Unie tot stand is gekomen.
  • weet ik hoe de Europese Unie werkt.
  • weet ik welke landen lid zijn van de Europese Unie.
Dit ga je leren
Woordenschat

Na deze les:

  • begrijp ik de belangrijke woorden die met de Europese Unie te maken hebben. 
Taal

Na de les:

  • kan ik door middel van een explainer de kinderen in groep 5/6 uitleggen hoe de Europese Unie is ontstaan of hoe de EU werkt.

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Eigen leervragen
Wat wil jij graag weten over De Europese UnieSchrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdiepende tekst
Klik op de loep en daarna op de tekst om de tekst te vergroten.
Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. 

Arceer in ieder geval: 
  • de Europese Unie
  • oprichten
  • gemeenschappelijk
  • emigreren
  • de eis
  • het welzijn
  • de grondwet
  • het standpunt
  • de fractie
  • het comité

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
de Europese Unie
gemeenschappelijk
Samen.
De wetten in de Europese Unie zijn gemeenschappelijk gemaakt.
de fractie
Een groep vertegenwoordigers van een politieke partij.
De fractie van het CDA heeft een vergadering.
de Europese Unie
Organisatie waar veel Europese landen lid van zijn.
Nederland is lid van de Europese Unie

het comité
Groep mensen met een bepaald doel of belang.
Het comité bekijkt of iedereen zich aan de regels heeft gehouden.
de grondwet
Een wet waarin de belangrijkste regels van een land staan. 
In de Nederlandse grondwet dat er niet gediscrimineerd mag worden.
het standpunt
Hoe je over iets denkt.
Het standpunt  van de politicus is duidelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Hoe is Europa de afgelopen jaren veranderd?


Slide 9 - Tekstslide

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat hoort bij welk jaartal?
Sleep de juiste gebeurtenissen naar het jaartal.
1951
1957
1992
2016
Oprichting EEG
Verdrag van Maastricht
Oprichting EGKS.
Oprichting Europese Unie
Britten willen brexit
Vedrag van Parijs.

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Na welke oorlog werd de Europese Unie opgericht?
A
Na de Eerste Wereldoorlog
B
Na de Tweede Wereldoorlog
C
Na de Derde Wereldoorlog
D
Na de Koude Oorlog

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat hoort bij de Europese Unie?
Sleep de juiste beweringen naar de vlag!
Een Europees leger
Een gemeenschappelijke munt
Afspraken over visserij en milieu
Een grondwet

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak WAAR of NIET WAAR?
Slepen maar!
Bij landsgrenzen van EU-landen moet je je paspoort laten zien.

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat heeft de Europese Unie NIET?
A
Afspraken over waar vissers mogen vissen.
B
Een eigen Europees leger.
C
Een gezamelijke munt: de euro.
D
Afspraken over reizen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke landen zijn lid van de Europese Unie?
Noem er minstens 10!

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke mensen horen bij welk EU-onderdeel?
Slepen maar!
Europese Raad

Europees Parlement


Raad van de Europese Unie

Europese Commissie
Leiders van de EU-landen
Gekozen leden
Ministers van de EU-landen
Eurocommissaris per land

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak WAAR of NIET WAAR?
Slepen maar!
De Europese Unie heeft één verkozen baas.

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke EU-onderdeel bestaat NIET?
A
Het Hof van Justitie van de Europese Unie
B
De Europese Rekenkamer
C
De Europese Tweede Kamer
D
Het Europees Parlement

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Niet iedereen is blij met de Europese Unie. Kijk maar naar de brexit. Wat vind jij van de EU? En waarom?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Maak een explainer voor de kinderen in groep 5/6. In het filmpje leg je uit hoe de Europese Unie is ontstaan of hoe de Europese Unie werkt. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Bekijk het voorbeeld van een explainer hiernaast.
Stap 1
Wat is een explainer?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat
Wat is het doel van de maker van de explainer?
A
Hij geeft informatie en wil je iets uitleggen.
B
Hij wil je overhalen om iets te doen.
C
Hij wil je vooral vermaken door grapjes te maken.
D
Hij vertelt hoe je iets stap voor stap moet doen.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Laten we de explainer verder onderzoeken. Hij bestaat uit een inleiding - een middenstuk (de kern) en een afsluiting. Maar welk gedeelte uit het filmpje hoort bij wat? Op de volgende slide zie je gedeeltes van de tekst uit de explainer. Kun jij ontdekken wat bij de inleiding, de kern en de afsluiting hoort?

Slide 24 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Verwerkingsopdracht
Herken jij de inleiding, het middenstuk met informatie en de afsluiting in het filmpje? Slepen maar!
inleiding
kern
slot

Een geschminckt gezicht, een absurd grote mond en een rode neus. Ik was vroeger doodsbang voor clowns. En ik ben niet de enige. Veel meer mensen krijgen de kriebels van clowns. Dit is uitgezocht. In elke aflevering hebben we één onderwerp helemaal voor jullie uitgezocht. Dit keer: angst voor clowns.

Dit zijn de belangrijkste redenen waarom mensen bang zijn voor clowns:
1. Het masker van schminck. Je kunt niet zien wie er achter de schminck zit en hoe die persoon zich voelt. En dat vertrouw je niet. 2. Net niet menselijk. Clowns hebben vaak een overdreven grote neus, een brede mond en enorme handen en voeten. 3. Onvoorspelbaar gedrag. Je weet nooit wat je kunt verwachten bij een clown.

Als je nu heel erg bang bent voor clowns of ze gewoon een beetje eng vindt, houd dan dit in je achterhoofd: clowns zijn ook maar gewoon mensen!

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
  • Een explainer is een uitlegfilmpje.
  • In een explainer geeft de maker informatie over een onderwerp.
  • In een explainer wil de maker je iets leren over een onderwerp. Hij legt iets uit.
  • Een explainer heeft een logische opbouw: hij bestaat uit een inleiding, een middenstuk met informatie en een pakkende afsluiting.
Conclusies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Werk samen in tweetallen. 

Kies 1 van de 2 onderwerpen hiernaast en schrijf op hoe je dit onderwerp het beste kunt uitleggen.
Stap 2
Van schrijven naar spreken
1. Hoe is de Europese Unie ontstaan?
Noem hierbij de drie fases van de geschiedenis van de EU.

2. Zo werkt de Europese Unie.
Noem hierbij de verschillende onderdelen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Het schrijfkader kan jullie hierbij helpen bij het opschrijven van de informatie voor de explainer. 
Schrijfkader

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmen maar!
Jullie zijn er klaar voor om jullie explainer op te nemen. Bekijk je van te voren samen de punten in de checklist? Die helpen je vast en zeker om de explainer nog beter te maken. Veel succes!
Stap 3
Van tekst naar filmpje
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback & Publiceren
Laat de explainer zien aan de leerlingen in groep 5/6. Kunnen zij de checklist voor jullie invullen? Wat ging al heel goed? Wat kun je de volgende keer nog beter oefenen? Plak jouw ingevulde checklist in je projectschrift. 

Slide 30 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe de Europese Unie tot stand is gekomen.
  • Ik weet hoe de Europese Unie werkt.
  • Ik weet welke landen lid zijn van de Europese Unie.
Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ...
Woordenschat

  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met de Europese Unie in de geschiedenis te maken hebben. 
Taal

  • Ik kan door middel van een explainer de kinderen in groep 5/6 uitleggen hoe de Europese Unie is ontstaan of hoe de EU werkt.

Slide 32 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Vragenmuur & Weetmuur
  • Welke vragen zijn al beantwoord? Verplaats deze naar de weetmuur. 
  • Op welke vragen hoop je de volgende les antwoord te krijgen? 
  • Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen in je opgekomen?

Slide 33 - Tekstslide

Vragenmuur & weetmuur
Bekijk samen met de leerlingen de vragenmuur. Zijn er al vragen beantwoord? Verplaats die vragen naar de weetmuur. Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen ontstaan?
Tot de volgende keer!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies