Bijeenkomst 1

Bijeenkomst 1

Bewegen en het Jonge kind
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BewegingsonderwijsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 1

Bewegen en het Jonge kind

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starten met bewegen

Slide 2 - Tekstslide

.al-A-Vis-X ® ( Balance-Auditory-Vision-eXercises) bestaat uit een aantal balancerende, auditieve en visuele oefeningen variërend in moeilijkheidsgraad. Ritme en juiste techniek zijn hierin de sleutelwoorden. Deze oefeningen vereisen volledige lichaamscoördinatie en gefocuste aandacht. Het programma maakt gebruik van met zand gevulde zakjes, balletjes en balansborden. Het vraagt om samenwerking, bevordert het zichzelf uitdagen. Dit is het start niveau, en kijken waar we naar toe gaan in les 4.

Link maken naar waar het allemaal begint, de motorische ontwikkeling van het Jonge Kind. 
Bewegen en het jonge kind

Wat is er blijven hangen van de lessen bewegingsonderwijs JK?

Slide 3 - Tekstslide

- PAD
- VLAP, veel bewegen

- Reguleringsdoelen
- spelend bewegen
-Oplaten schrijven in 4 groepen,



4 bijeenkomsten gericht op
- motorische ontwikkeling jk
- buitenonderwijs/buitenspelen
- bewegingsonderwijs in de speelzaal en op het plein

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontwikkelt het brein?
- Door bewegen doe je ervaringen op, die ervaringen doe je op met je zintuigen. 
- al die ervaringen zorgen voor kennis en die kennis moet kunnen landen.

Slide 5 - Tekstslide

Laten zien op bord twee hersenhelften en corpus collosum er tussen. Moeten weggetjes aanleggen in de hersenen en dorpen en steden bouwen om kennis op te slaan. Dat gebeurt door bewegen en ervaringen op doen.  Door bewegen doet een kleuter ervaringen op en die arvaringen doe je met je zintuigen. 
Sensomotoriek
  • Sensoriek: prikkels opdoen, zintuiglijke ervaringen opdoen, tastzin​   
  • Motoriek: het vermogen om te bewegen​
  • Belangrijk voor de totale ontwikkeling: kind leert eigen lichaam kennen, voorwaarde om zich verder te ontwikkelen​.



Slide 6 - Tekstslide

Doordat kinderen steeds minder bewegingservaring opdoen is juist het uitdagen van de sensomotoriek van belang.
Motorische ontwikkeling (Gesell)
- van hoofd naar voet
- van binnen naar buiten
-van enkelvoudig naar samengestelde bewegingen
-van totaal naar lokaal bewegen


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkeling van de motoriek
Neurologisch (Mesker)
1. Reflexen

2. Antagonistische fase (0-9 maanden) vb.kruipen / lopen
3. Symmetrische fase vb. twee benen tegelijk springen
4. Lateralisatie fase (6 -9 jaar) vb touwtje springen schrijfhand/steunhand​
5. Dissociatie fase (rond 9 jaar) schrijven






Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje bekijken
Wat zie je?
Wat gebeurt er?


Meebewegingen =

Slide 9 - Tekstslide

Dit jongetje vertoont duidelijke meebewegingen in mijn mimiek. Deze inspanning kost hem duidelijk heel veel energie!
Bewegen in relatie tot leren
kk







afb. uit dyslexie en touwtje springen,  marijke van vuren                           

Slide 10 - Tekstslide

Je hebt li/re hersenhelft nodig om bijvoorbeeld hardop te lezen.

Taakgerichtheid bij de zandtafel
Motorische vaardigheden
  • Welke motorische vaardigheden leren kleuters?
  • Welke motorische vaardigheden leren kinderen in groep 3 (4)?
  • Wat zet jij als leerkracht in om de motorische ontwikkeling te stimuleren bij de kleuters? (denk aan activiteiten + materiaal)
  • Wat zet jij als leerkracht in om de motorische ontwikkeling te stimuleren in groep 3 (4)?

Slide 11 - Tekstslide

4 vellen aan de muur, studenten vullen aan en wisselen na een paar minuten door.
Observeren

  • filmpje prop maken

Slide 12 - Tekstslide

de studenten maken een rij waarbij zij om de beurt met 1 hand een propje maken van een a4tje. Zo klein mogelijk!
Na afloop bekijken we het filmpje en bespreken we de meebewegingen die we zien. 
Wat zie je bij kinderen in je klas?
Je ziet dit ook bij topsporters.
Dit is niet erg als je er maar geen last van hebt. Wanneer kinderen veel meebewegingen hebben kost dit heel veel energie voor deze leerlingen en kunnen zij hier dus wel last van hebben.
Maak een beweeghoek

Probeer uit en bedenk voor welk kind dit een goed spel zou zijn, gekoppeld aan de motorische fases!

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende motorische spelletjes laten zien die de tweehandigheid of fijne motoriek stimuleren en die je kunt inzetten in een beweeghoek
Kan je de woordenschat te verbreden( achter, naast,  denk na over op, over)

- Pedalo

- paaltjes
- voetjes op de grond

Presenteer je beweeghoek!

-
Bewegingsonderwijs 
  • 12 leerlijnen 
  • Aan de slag met leerlijn balanceren en tikken
  • Tikspelen: tikspelen, afgooispelen , honkloopspelen
  • Balanceren: balanceren, rijden, glijden en acrobatiek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppeling maken voor linker en rechterhelft bij bijvoorbeeld het restaurant, probeer de linker en rechter hersen helft te activeren.

Hoe kun je een beweeghoek/motor lab creëer in je onderwijs?
Wat kun je hiervoor inzetten?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Achterhaald dat je een heel dominante kant hebt. Je hebt altijd beide hersenhelften nodig in samenwerking. Toch kun je wel een duidelijke voorkeur hebben. --> belang lang symmetrisch laten bewegen.
Schrijfvoorwaarden
Om te kunnen starten met schrijven moet een kind:​

  • Voldoende bewegingservaring hebben opgedaan ​
  • De grove en fijne motoriek voldoende beheersen​
  • Bewegingen kunnen automatiseren​
  • Visuele discriminatie hebben (verschil in vormen kunnen zien)​
  • Visueel kunnen analyseren (waar bestaat een nieuwe vorm uit)​
  • Visueel geheugen​
  • Een goed ontwikkelde oog hand coördinatie hebben​
  • Voldoende ruimtelijke oriëntatie hebben​
  • Een handvoorkeur hebben.​
(Schrijfkriebels,Monique Derwig)​
Koppeling naar hoeken in de klas​













Slide 17 - Tekstslide

Hoe zie je dit in jou klas terug in de hoeken? Hoe integreer jij dit Hoe creeer jij een omgeving waarbij kinderen zich kunnen ontwikkelen op dit gebied.
Kinderen tot zes à zeven jaar ontwikkelen zich holistisch (totale ontwikkeling), waarbij de verschillende ontwikkelingsdomeinen zich spelenderwijs en in interactie met elkaar ontwikkelen. 
Die ontwikkelingsdomeinen zijn: taal-, denk- en creatieve ontwikkeling (probleem oplossend denken), ontdekken (wereldoriëntatie), bewegen ( grove en fijne motoriek). 
Spelen is daarbij een integrerende activiteit, omdat binnen het spel alle genoemde ontwikkelingsdomeinen samenkomen. (didactief online)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding bijeenkomst 2
Kijk eens in je klas naar de motoriek bij kinderen. Je kan oefening 1 van Bal-A-Vis-X
Neem voor volgende les een casus mee. Waar loopt dit kind tegenaan?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Je weet hoe de motorische ontwikkeling van het jonge kind verloopt en kunt de fases herkennen.
  • Je kunt verschillende activiteiten inzetten die passen bij de verschillende motorische fases. 
  • Je kunt  verschillende activiteiten voor de ontwikkeling van de schrijfvoorwaarden (zonder pen).
  • Je maakt kennis met het motorlab en de voordelen hiervan. 
  • Je kunt de randvoorwaarden van het buitenspelen inzetten en kunt aan de hand hiervan het buitenspelen voor  het jonge kind aanpassen en verbeteren.
  • Je kunt op het gebied van motoriek een rijke leeromgeving aanbieden, waarbij de activiteiten VLAP zijn.
  • Je maakt kennis met een LVS op het gebied van zowel de fijne als de grove motoriek.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies