Oefentoets klas II
1 / 18
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welk begrip past bij de volgende omschrijving? =
Plaatsvervang(st)er van een vorst.
Plaatsvervang(st)er van een vorst.
A
Stadhouder
B
Landvoogd(es)
C
Regent
D
Soeverein leider
Slide 6 - Quizvraag
Welk begrip past bij de volgende omschrijving? =
Stroming die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerd en de mens centraal zet.
Stroming die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerd en de mens centraal zet.
A
Renaissance
B
Protestantisme
C
Humanisme
D
Calvinisme
Slide 7 - Quizvraag
Christen die zich baseert op de ideeën van de Hervorming.
A
Christen
B
Calvinist
C
Katholiek
D
Protestant
Slide 8 - Quizvraag
Protestantisme
Slide 9 - Woordweb
De NL opstand
Slide 10 - Woordweb
Kettervervolging
Hervorming / reformatie
Paus
Karel V
Luther
Protestantisme
Katholicisme
95 stellingen
Slide 11 - Sleepvraag
Uit welke twee groepen kon je als stad kiezen tijdens de Nederlandse Opstand? Geef kenmerken per groep.
Slide 12 - Open vraag
Waarom werd Nederland uiteindelijk een Republiek?
Slide 13 - Open vraag
Schrijf het eerste couplet op van het Wilhelmus.
Slide 14 - Open vraag
De renaissance begon in Italië.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van Renaissance kunst?
A
Naakt
B
Griekse mythes & sagen
C
Perspectief
D
Italiaanse oorlogsverhalen
Slide 16 - Quizvraag
Het smeekschrift der edelen zorgde uiteindelijk voor meer protestantisme.
A
Juist
B
Onjuist
