Mondeling bio

Mondeling biologie 

Mike moens 
Hoofdstuk 7
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ArabischMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mondeling biologie 

Mike moens 
Hoofdstuk 7

Slide 1 - Tekstslide

•7.1 De mens en het milieu  
•7.2 Voedselproductie 
7.3 Duurzame landbouw 
•Quiz 
•Einde

Slide 2 - Tekstslide

7.1 De mens en het Milieu.

Slide 3 - Tekstslide

7.1 De mens en het milieu
De mens is heel afhankelijk van het milieu maar liefst op 6 verschillende manieren .
•1 wij hebben zuurstof nodig , die halen we uit de lucht .
•2 we hebben water nodig , dat water halen we uit de bodem en uit rivieren.
•3 we hebben voedsel nodig  , dat maken de planten voor ons.




Slide 4 - Tekstslide

7.1 De mens en het milieu
•4 we hebben energie nodig die halen we uit fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie,aardgas en nog vele andere .
•5 we hebben grondstoffen nodig die halen we uit de bodem , planten en dieren .
•6 we hebben ontspanning nodig dat krijgen we door de recreatie van de natuur
Fossiele brandstoffen : zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit versteende resten van planten en dieren die resten kunnen we verbranden en bij de verbranding komt energie vrij die wij kunnen gebruiken 

Slide 5 - Tekstslide

7.1 De mens  en milieu
Wij als mensen hebben ook heel veel invloed op ons Milieu.
We halen stoffen uit het milieu , maar we voegen ook stoffen toe aan het milieu dit gebeurt vaak met grote hoeveelheden. 
Doordat we gevaarlijke stoffen aan het milieu toevoegen onstaat er vervuiling. 
We hebben nog een andere  vervuiling van het milieu dat heet uitputting .
.
Vervuiling : De inkomende of aanwezige hoeveelheid van schadelijke of andere ongewenste stoffen of producten in het milieu.
Uitputting: het opraken van natuurlijke hulpbronnen zoals water , als je meer van iets gebruikt dan geproduceerd wordt spreek je van uitputting. 






Slide 6 - Tekstslide

7.1 De mens en het milieu 
we hebben ook nog een andere soort van vervuiling dit is luchtvervuiling .
we hebben een veel voorkomende vervuiling in de lucht dit heet smog .
Smog:is een periode in de lucht waarbij tijdelijk meer vervuilde stoffen in de lucht aanwezig zijn

Slide 7 - Tekstslide

Ontbossing 
In de wereld hebben we heel veel stukken grond waar bomen op staan door de bomen te kappen onstaat er ruimte voor landbouwgrond  dit heet ontbossing.
Ontbossing wordt ook gedaan voor het hout wat bomen opleveren. daar verdienen bedrijven veel geld mee.
Door ontbossing sterven ook veel soort organisme uit. 
Bomen kunnen co² opnemen  dus wanneer er bomen gekapt worden heeft dit ook gevolgen.
Ontbossing: is het vernietigen van natuur om andere gebruiksvormen  toe te passen  .


Slide 8 - Tekstslide

7.2 voedselproductie

Slide 9 - Tekstslide

7.2 voedselproductie .
Er zijn 3 vormen van landbouw .
In de akkerbouw en tuinbouw worden alleen planten verbouwd .
Oftewel de voedselgewassen genoemd .
Bij veeteelt worden vooral dieren gehouden die worden de landbouwhuisdieren genoemd 
Voedingsgewas : een gewas dat gebruikt word als voedsel of om voedsel mee te produceren .
Landbouwhuisdieren: landbouwhuisdieren worden gebruikt bijvoorbeeld een hert die wordt gebruikt om zijn vlees dan is het een landbouwhuisdier , wordt een hert voor de sier gehouden is het geen landbouwhuisdier is .

Slide 10 - Tekstslide

7.2 voedselproductie .
Boeren hebben vaak heel veel stukken land en grond daar kunnen ze natuurlijk van alles meedoen .
Als een boer heel veel stukken grond heeft waar hij maar 1 voedselgewas op produceert heet dit een mono cultuur . Dat kan een voordeel zijn de boer kan ik dit geval snel en gemakkelijk de bodem 
bewerken en oogsten .  Hierdoor is een hoge voedselproductie en verdient de boer veel geld met heel weinig geld wat hij zelf erin moet stoppen 
Mono cultuur: een boer verbouwd/produceert op al zijn stukken grond maar een voedselgewas 

Slide 11 - Tekstslide

7.2 voedselproductie 
In de vorige dia  heb ik uitgelegd dat de voordeel van een mono cultuur is dat een boer  snel de grond kan bewerken en oogsten en daar veel geld mee verdient want hij hoeft niet veel geld  erin te stoppen en er komt veel geld binnen met de verkoop.
Er is natuurlijk ook een  nadeel als je maar 1 ding verbouwt kan je door een ziekte plaag heel je productie stil liggen want als je  maar 1 ding verbouwt en er komt een plaag is alles kapot en dan verdien je niks meer eraan  om dit tegen te houden gebruiken heel veel boeren bestrijdingsmiddelen er zijn 2 soorten bestrijdingsmiddelen  je hebt chemische bestrijdingsmiddelen en je hebt biologische bestrijdingsmiddelen  . 
voorbeeld chemisch bestrijdingsmiddel is azijn tegen onkruid .
Voorbeeld biologische bestrijdingsmiddel  het gebruiken van goede bacteriën en schimmels .
Bestrijdingsmiddelen :  worden gebruikt om organismen te bestrijden die schadelijk of hinderlijk zijn 
Plaag : is iets waar mensen veel last door krijgen 

Slide 12 - Tekstslide

7.2 voedselproductie 
Door bodembewerking   ploegen en Eggen komt er meer zuurstof in de bodem  daardoor wordt de bodem luchtiger planten kunnen mineralen en water beter opnemen  en de plantenwortels kunnen beter in de grond doordringen sommige boeren ploegen juist niet om het bodemleven te verstoren 
Bodembewerking:   het prepareren van een akker om cultuur gewassen te verbouwen 

Slide 13 - Tekstslide

7.3  Duurzame landbouw

Slide 14 - Tekstslide

7.3 Duurzame landbouw 
Veel boeren gebruiken voor bescherming van hun stukken grond  bestrijdingsmiddelen .
 deze middelen worden ook wel gewasbeschermingsmiddelen of pesticiden genoemd .
Ze kunnen ziekten en plagen snel bestrijden  dat is een voordeel. 
Je hebt ook nadelen  veel bestrijdingsmiddelen kunnen niet - selectief zijn.
Want ze kunnen ook veel soorten goede organisme doden .
Bestrijdingsmiddelen die maar een soort organisme doden noemen we selectief 
Pesticiden : Chemicaliën  die bedoeld zijn om giftig te zijn .
Niet -selectief : niet selectieve middelen doden niet alleen de slecht organisme maar ook de goede . 
Selectief :  dood maar een soort organisme

Slide 15 - Tekstslide

7.3 Duurzame landbouw 

Een manier om ziektes en plagen tegen te houden is  vruchtwisseling
Dat houd in dat een boer op een stuk grond niet 3 jaar hetzelfde plant   als dit gebeurte verdwijnen alle slechte organismen uit de bodem van de grond   bijvoorbeeld als je een veld met aardappelen hebt die worden aangetast door kleine wormpjes  als je dan 3 jaar geen aardappelen meer hebt op dat stuk grond gaan alle wormen dood.

Slide 16 - Tekstslide

7.3 Duurzame landbouw 
Bij kringlooplandbouw  worden alle grondstoffen en eindproducten hergebruikt in een kringloop.
Daardoor is er weinig  uitstoot van gassen.
De mineralen blijven aanwezig in de kringloop en de gassen hergebruikte verwerkt of opgevangen 

Slide 17 - Tekstslide

Quiz

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een mono cultuur
A
Een boer heeft maar 1 stuk land
B
Een boer gebruikt veel dieren
C
Een boer verbouwd op zijn stukken grond maar 1 ding
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor een bestrijdingsmiddel die alleen maar 1 soort organisme dood
A
Niet-Selectief
B
Selectief
C
Pesticiden
D
Alleen antwoorden zijn onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn pesticiden
A
Een bestrijdingsmiddel die zuur is
B
Een bestrijdingsmiddel die zout is
C
Een bestrijdingsmiddel die giftig zijn
D
Alleen antwoorden zijn onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Einde 

Slide 22 - Tekstslide