H3 K5 WH Gram D lesen

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Kapitel 5: Zukunft

Wiederhohlung Grammatik

Wat leren we bij de grammatica van Kapitel 5 over twee groepen sterke werkwoorden?

Sterke werkwoorden

krijgen een klankverandering in de stam in de verleden tijd

het voltooid deelwoord eindigt op -en

bijv: slapen-sliep-geslapen

schlafen-schlief-geschlafen

NL sterk = Duits sterk

a/ä en e/i Wechsel

Sterke werkwoorden met een a in de stam krijgen in de tegenwoordige tijd bij du en er/sie/es  een umlaut (") 

bijv: ich lasse  --> du lässt

ich laufe --> sie läuft

Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert in de tegenwoordige tijd  bij du en er/sie/es  de e vaak in een  i   

bijv: ich esse --> du isst

e/i Wechsel

Een korte e wordt een i

bijv: sprechen --> du sprichst

e/i Wechsel

Een lange e wordt ie

bijv: sehen --> er  sieht

Er (waschen) .... das Auto.

1. wascht
2. wäscht

Gaby (fahren) ... oft in die Schweiz.

1. fahrt
2. fährt

Er ... auch mehrere Sprachen.

1. sprecht
2. spricht

Das ... aber gut aus!

1. seht
2. sieht

Let op uitzonderingen:

- gehen & stehen: wel lange -e, maar geen e/i -Wechsel 

ich gehe --> du gehst

ich stehe --> du stehst

- geben en nehmen: wel lange -e, maar e/i-Wechsel in plaats van e/ie-Wechsel

ich gebe --> du gibst

ich nehme --> du nimmst

Sie (geben) ... mir ein Geschenk.

1. gibt
2. gebt

Wie spät (stehen) ... du auf?

1. stehst
2. stihst

Dein Bruder (nehmen) ... eine Auszeit.

1. nehmt
2. nimmt

Heute arbeitest du online : 

H. Lesen  45, 46, 47

Klaar?

Slim Stampen B/D/H