Workshopgevoeligeonderwerpen

Jan Pieterszoon Coen



HELD OF SCHURK?


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Jan Pieterszoon Coen



HELD OF SCHURK?


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Standplaatsgebondenheid

Jan Pieterszoon Coen

Klassikale discussie

Slide 2 - Tekstslide

                                                 LEERDOELEN
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

  • Uitleggen wie Jan Pieterszoon Coen is
  • Uitleggen welke rol hij heeft gespeeld binnen de VOC
  • Uitleggen waarom Jan Pieterszoon Coen als held wordt gezien
  • Uitleggen waarom nu kritiek is op zijn heldenstatus
  • Uitleggen wat standplaatsgebondenheid is
  • Standplaatsgebondenheid toepassen op een historische gebeurtenis/historisch figuur
  • spelregels voor discussiëren benoemen, en
  • uitleggen wat multiperspectiviteit is

Slide 3 - Tekstslide

Standplaatsgebondenheid I

  • Historische vaardigheid
  • Onderdeel van het eindexamen Havo
  • Wat houdt standplaatsgebondenheid in?
  • Begrijpen dat wat iemand in het verleden heeft gedacht, gezegd en/of gedaan, wordt bepaald door:
  • de tijd waarin deze persoon leefde
  • de plaats waar deze persoon leefde
  • de normen en waarden van de samenleving waarin hij leefde
  • persoonlijke kenmerken (geslacht, leeftijd, interesses, gevoelens)

Slide 4 - Tekstslide

Standplaatsgebondenheid II

  • Een moeilijke vaardigheid
  • Hoe jij zélf kijkt naar het verleden, wordt nl. óók bepaald door:
  • de tijd waarin jij leeft 
  • de plaats waar jij leeft
  • de normen en waarden van de samenleving waarin jij leeft (BLM!)
  • jouw persoonlijke kenmerken (geslacht, leeftijd, rijk/arm, interesses, gevoelens)
  • EN jij weet al hoe het afloopt; de persoon in het verleden niet!

Slide 5 - Tekstslide

Door jouw eigen 'standplaatsgebondenheid' is het voor jou vaak moeilijk om te begrijpen waarom iemand in het verleden iets heeft gezegd of gedaan, of juist niet.

Wat jij nu 'normaal' vindt, vond iemand in het verleden misschien niet normaal. Of andersom.
Dat moet je leren begrijpen!

Slide 6 - Tekstslide

 Een bron uit de tijd van Grieken en Romeinen:

"Tijdens de regering van keizer Nero werden er straffen opgelegd aan christenen, een soort mensen van een nieuw boosaardig geloof."
Suetonius

Wat is in deze tekst een feit?
Wat is in deze tekst een mening?

Slide 7 - Tekstslide



Wat zou een gelovige christen uit onze tijd van de mening van Suetonius vinden?


Slide 8 - Tekstslide

Standplaatsgebondenheid van Suetonius

  • Hij leefde in de tijd van de Romeinen in het Romeinse Rijk
  • Hij was een Romein
  • Hij geloofde in de Romeinse goden en vereerde zijn keizer als god
  • Christenen deden dat niet; daarom vonden Romeinen hen maar raar
  • Hij leefde in de tijd dat het Romeinse Rijk door keizer Nero werd bestuurd
  • Keizer Nero zag christenen als een bedreiging en liet hen vervolgen
  • Suetonius had een hoge positie aan het hof van de keizer
  • Hij had dus veel contact met de keizer en werkte voor hem
  • Hij was een rijke romein; geen contact met arme christenen. Onbekend

Slide 9 - Tekstslide

Begrijp je nu waarom Suetonius zoiets zou denken en opschrijven over christenen?

Een gelovige christen in onze tijd heeft moeite met de mening van Suetonius door zijn eigen standplaatsgebondenheid
De mening van Suetonius kan verklaard worden door te kijken naar zijn standplaatsgebondenheid.

Door standplaatsgebondenheid te begrijpen en toe te passen, krijg je begrip voor elkaars mening! 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide



DISCUSSIE

Moeten “foute” historische figuren uit ons Nederlandse verleden nog steeds worden vereerd als helden? 

Slide 15 - Tekstslide

BASISREGELS VOOR DISCUSSIE





  • We laten de spreker uitpraten
  • We luisteren naar elkaar
  • We zijn respectvol naar elkaar
  • Meningen zijn niet goed of fout, maar verschillen
  • Kritiek geven op een mening mag, kritiek op de persoon niet!
  • Probeer je mening te onderbouwen (voorbeeld, bewijs)




Slide 16 - Tekstslide

Multiperspectiviteit

Slide 17 - Tekstslide