In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Flauwvallen of Bewusteloosheid?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie het verschil tussen flauwvallen en bewusteloosheid uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.
Wat weet jij al over flauwvallen en bewusteloosheid?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Oorzaken van flauwvallen
Er zijn verschillende oorzaken van flauwvallen zoals een lage bloeddruk, uitdroging, stress of vermoeidheid.
Slide 4 - Tekstslide
Beschrijf de verschillende oorzaken van flauwvallen.
Wat is flauwvallen?
Flauwvallen is het kortdurend verliezen van het bewustzijn.
Slide 5 - Tekstslide
Leg de definitie van flauwvallen uit aan de hand van een voorbeeld.
Symptomen van flauwvallen
Symptomen van flauwvallen zijn duizeligheid, zweten en misselijkheid.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf de verschillende symptomen van flauwvallen.
Wat is bewusteloosheid?
Bewusteloosheid is het langdurig verliezen van het bewustzijn.
Slide 7 - Tekstslide
Leg de definitie van bewusteloosheid uit aan de hand van een voorbeeld.
Symptomen van bewusteloosheid
Symptomen van bewusteloosheid zijn het niet reageren op prikkels en het niet bewegen.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf de verschillende symptomen van bewusteloosheid.
Oorzaken van bewusteloosheid
Er zijn verschillende oorzaken van bewusteloosheid zoals een beroerte, een hartaanval of een traumatisch hoofdletsel.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf de verschillende oorzaken van bewusteloosheid.
Verschil tussen flauwvallen en bewusteloosheid
Het verschil tussen flauwvallen en bewusteloosheid is dat flauwvallen kortdurend en snel voorbij gaat, terwijl bewusteloosheid langer aanhoudt.
Slide 10 - Tekstslide
Leg het verschil tussen flauwvallen en bewusteloosheid uit aan de hand van een voorbeeld.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.