Ondernemingsrecht 1,2 en 3

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChineesWOStudiejaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ondernemingsrecht is een onderdeel van het privaatrecht, dat zich bezighoudt met rechtspersonen en dan toegespitst op bedrijven met winstoogmerk, dus ondernemingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen kapitaalvenootschappen en personenvenootschappen

Slide 3 - Open vraag

Ondernemingsvormen

Slide 4 - Woordweb

Tussen de ondernemingsvormen zit een vloeiende lijn wat betreft de aansprakelijkheid. Leg uit wat hiermee bedoeld wordt en schets die lijn.

Slide 5 - Open vraag

De personenvennootschappen die in het Nederlandse recht worden onderscheiden zijn: de vof (Vennootschap onder firma) en de commanditaire vennootschap.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

In de maatschap zijn er één of meer beherende vennoten en één of meer stille vennoten. Deze laatste hebben slechts een financiële inbreng en worden ook wel de maatschapsvennoten genoemd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Voor de wet vallen alle personenvennootschappen onder de regels van de maatschap. De vof en de commanditaire vennootschap zijn simpelweg een bepaald soort maatschap waarvoor enkele aanvullende regels gelden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Kapitaalvenootschappen zijn de BV en de NV.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen de BV en de NV.

Slide 10 - Open vraag

Harry en Bert willen een nieuwe zaak starten. Ze hebben samen een goed idee, alleen nog niet heel veel kapitaal. Desondanks is het een harde eis dat ze de touwtjes strak in handen kunnen blijven houden. Welke ondernemingsvorm raden jullie het tweetal aan en waarom? En wat als Harry alleen een zaak begint? Waar moet je op letten?

Slide 11 - Open vraag

In het hoorcollege is aan bod gekomen dat je moet opletten met statuten die opgesteld zijn voor 2004. Leg uit waarom?

Slide 12 - Open vraag

Voor het oprichten van een vennootschap onder firma is een onderhandse akte voldoende
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

In welk artikel staat het antwoord op de vorige vraag?

Slide 14 - Open vraag

In de VOF worden de winsten altijd naar ratio verdeeld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Beschrijf het verschil tussen een stille vennootschap en een openbare vennootschap

Slide 16 - Open vraag

Een vennoot is een besturend vennoot, wanneer dat in de overeenkomst is bepaald. Een vennoot kan dan bestuurshandelingen verrichten voor normale bedrijfsuitoefening.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Iedere vennoot is bevoegd tenzij de vennootschapsovereenkomst anders bepaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Vennoten hebben recht op winstuitkering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Het beschikken over een aandeel in een BV/NV brengt 3 rechten met zich mee. Noem de rechten en de daarbij horende artikelen.

Slide 20 - Open vraag

Beschrijf het verschil tussen een preferent aandeel en een prioriteitsaandeel.

Slide 21 - Open vraag

Een besluit van een orgaan van de rechtspersoon dat in strijd is met de wet of de statuten is nietig, tenzij anders uit de wet voort vloeit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag